Het grote bouwdebat – Dringend gevraagd: meewerkende lokale overheid

P1020031_low

De bouwsector vormt letterlijk de hoeksteen van onze economie en is de ideale barometer van de conjunctuur. Redenen genoeg dus om verschillende ondernemingen uit deze markt samen te brengen en een boompje op te zetten over deze in ijltempo evoluerende branche. “Wij moeten de souplesse opbrengen om heel snel te anticiperen op continu veranderende regelgeving. Het zou welkom zijn als de (lokale) overheid mee zou surfen op die golf en eindelijk ook eens een moderne aanpak zou hanteren.”

Actualiteit

M.M.: In hoeverre is er nog sprake van crisis binnen de bouw? Mogen we spreken van een echte heropleving?

Venant van Esbroeck (Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen): “Het ene bedrijf heeft de recessie natuurlijk beter doorsparteld dan het andere. Alles is afhankelijk van de flexibiliteit die een onderneming aan de dag legt om mee te gaan in veranderingen. Een bedrijf dat star een bepaalde aanpak blijft hanteren, is gedoemd om achteruit te gaan. Het komt erop aan open te staan voor verandering en vanuit een goed onderbouwde visie, in combinatie met een ijzeren wilskracht, je marktpositie te bestendigen en te verstevigen.”

“Er moet dringend iets verbeteren aan de mentaliteit van de Belgische arbeider.” – Bart Lameire, Lameire Funderingstechnieken

Guy Speltdooren (Bouw-ID): “Je moet je inderdaad continu kunnen aanpassen om mee te draaien in het huidig economisch bestel. Wie het in Keulen hoort donderen als er over passiefbouw of een BEN-woning wordt gesproken, heeft een immens probleem. Daarnaast moeten we rekening houden met de veranderde wensen van de bouwheer. Twintig jaar geleden maakte geen enkele particulier er een probleem van als zijn project pas over een jaar kon beginnen. Nu stellen de mensen zich al ernstige vragen als ze drie maanden moeten wachten.”

Bert Ghesquière (GC Architecten): “Elke bouwheer, particulier of industrieel, wil kort op de bal spelen. Een bouwpartner die niet meegaat in dat verhaal, mag het schudden.”

Procedures

Dirk Martens (ABDM-architecten): “Toch is het niet simpel om een bepaalde termijn te handhaven. Van zodra er namelijk een project wordt ingediend, krijg je gegarandeerd te maken met een plaatselijk actiecomité dat zich ertegen verzet. Die groeiende intolerantie wordt een almaar groter probleem. Eigenlijk zou de lokale overheid daar meer weerstand tegen moeten durven bieden, of via een gerichte communicatie de lont uit het kruitvat halen. Nog beter zou zijn dat de overheid het voortouw neemt door in te spelen op nieuwe ontwikkelingen.”

M.M.: Hoe kan die problematiek het best worden aangepakt?

Venant van Esbroeck (Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen): “Wij hebben daarvoor toch al behoorlijk wat lobbywerk verricht, omdat we weten hoeveel architecten, bouwbedrijven en bouwheren daaronder lijden. In Frankrijk staan ze op dat vlak al een serieuze stap verder: als daar wordt geoordeeld dat iemand ongegrond tegen een bepaald project procedeert, dient hij daarvoor zelf alle kosten te betalen. Dat verhoogt de drempel om juridisch te protesteren toch al gevoelig.”

“In de Oostbloklanden wordt schromelijk misbruik gemaakt van Europese subsidiëring.” – Gino Standaert, Sunorama

Bart Lameire (Lameire Funderingstechnieken): “Mensen zijn veel mondiger geworden en kunnen bovendien op heel wat rechtsbijstand en hulp van verzekeringsexperts rekenen. In onze nichemarkt hebben we, zeker in stedelijk gebied, regelmatig te maken met nogal complexe ondergrondse constructies, die quasi onvermijdelijk bepaalde schade kunnen veroorzaken. Dat kan leiden tot procedures.”

Pascal Danneels (Danneels): “Als projectontwikkelaar maken wij het regelmatig mee dat we eigenlijk worden gechanteerd door mensen die in de buurt van bepaalde kavels wonen. Ze dreigen met een procedure, tenzij wij hen een bepaald lot willen schenken. Dat tart elke verbeelding, maar is een gevolg van het feit dat zowel de drempel om te procederen, als de sancties van ongegronde procedures, erg laag ligt.”

“De lokale overheid keurt hoogbouwprojecten helaas nog te veel, en onterecht, af.” – Dirk Martens, ABDM Architecten

Guy Speltdooren (Bouw-ID): “Veel onheil kan worden voorkomen door proactief de lokale bevolking in te lichten over een project. Zo ben ik onlangs in Heusden bij verschillende mensen gaan aanbellen om informatie te verstrekken en te verduidelijken dat zo’n project onvermijdelijk tijdelijk voor overlast zorgt. Ik ben aangenaam verrast over de positieve return die ik op dat initiatief heb gekregen: eigenlijk neem je potentiële actievoerders daarmee de wind uit de zeilen.”

Laurence Batteauw (Insight-In): “Hét probleem is inderdaad dat de wetgeving toelaat om heel simpel een procedure te starten. Bovendien is het dringend tijd dat de RUP’s (ruimtelijke uitvoeringsplannen, red.) worden vernieuwd. Nu weten vaak noch de projectontwikkelaar, noch de buren waar ze aan toe zijn. Die onduidelijkheid zorgt voor schrik en leidt ertoe dat mensen sneller gaan protesteren.”

M.M.: Hét argument van buurtcomités is steevast dat bouwprojecten ten koste gaan van groene ruimte en privacy. In hoeverre biedt hoogbouw daar een oplossing voor?

Pascal Danneels (Danneels): “We kunnen onze planeet niet uitbreiden. Hoogbouw is zeker een valabel alternatief, op voorwaarde dat mensen dan de noodzaak inzien dat er hoger dan drie verdiepingen wordt gebouwd. Zeker in landelijke gemeenten hebben mensen daar nog veel moeite mee. Cruciaal is wel dat er kwalitatieve gebouwen worden neergepoot met betere materialen, zodat er bijvoorbeeld werk kan worden gemaakt van een oerdegelijke geluidsisolatie, zodat de privacy van de mensen wordt gerespecteerd.”

“Er is wel degelijk grond genoeg, maar doordat die niet optimaal wordt benut, ontstaat het idee van schaarste.” – Pascal Danneels, Danneels

Dirk Martens (ABDM-Architecten): “Vanaf vier bouwlagen heb je de beste compactheid. Helaas worden door de lokale overheid nog veel hoogbouwprojecten onterecht afgekeurd, wat vooral te wijten is aan het gebrek aan technische kennis. Bovendien bestaat er tussen de verschillende overheden geen consensus over het aantal bouwlagen.”

M.M.: Die beslissingen worden vaak genomen om de leefbaarheid binnen een gemeente of stad niet in het gedrang te brengen. Terecht?

Laurence Batteauw (Insight-In): “Enerzijds kan ik perfect leven met het principe van minstens vier bouwlagen, anderzijds moeten we er inderdaad over waken dat het de leefbaarheid niet belemmert. Dat kan door sterk in te zetten op de creatie van veel openbaar groen en een aantal faciliteiten, waaronder kinderopvang. Leefbaarheid is enkel mogelijk door te luisteren naar de buurtbewoners. Door een goede communicatie kan je veel bereiken.”

“Veel procedure-onheil kan worden voorkomen door proactief de lokale bevolking in te lichten over een project.” – Guy Speltdooren, Bouw-ID

Dirk Martens (ABDM-Architecten): “Ik heb geen enkel probleem met het respecteren van het ruimtelijk aspect, maar het zou helpen als bepaalde bevoegde ambtenaren tenminste hun oogkleppen zouden afzetten bij het nemen van sommige beslissingen. Uiteraard dient rekening te worden gehouden met het ruimtelijk aspect, wat impliceert dat een harmonie moet worden gezocht tussen hogere en lagere gebouwen. Hiertoe dienen de voorschriften ruimer te worden geïnterpreteerd. “

Bouwgrond

M.M.: Is er in Vlaanderen terecht sprake van een gebrek aan bouwgrond?

Pascal Danneels (Danneels): “Eigenlijk niet. Tenminste: als je alle gronden die momenteel toebehoren aan de kerkfabriek of sociale ontwikkeling, meerekent. Hét probleem is dat er met die gronden amper iets wordt gedaan. Er zou een regel moeten bestaan waarbij men bijvoorbeeld verplicht wordt om grond waar al x aantal jaar niets mee is gebeurd, te verkopen aan ontwikkelaars. Om de kas te spijzen, zien we tegenwoordig heel wat OCMW’s gronden verkopen. Er is wel degelijk grond genoeg, maar doordat die niet optimaal wordt benut, ontstaat het idee van schaarste. Eigenlijk is dat wraakroepend.”

“We worden meer dan vroeger geconfronteerd met wanbetalers.” – Tim Van De Woestyne, Fibre Systems International

Bert Ghesquière (GC Architecten): “Bij de uitwerking van dossiers zouden gemeenten een veel actievere rol kunnen spelen, maar een gebrek aan visie bij sommige ambtenaren én de wildgroei aan nieuwe formaliteiten die moeten worden vervuld, betekenen een enorme belemmering voor een vlotte gang van zaken. Daardoor blijven dossiers maar aanslepen.”

P1010932_u_low

Brandveiligheid

M.M.: Weerspiegelt die tendens zich ook in de installatiebranche?

André Overdulve (Electro Service André): “Absoluut. De regelgeving is de jongste jaren enorm verstrengd, wat wij vooral voelen bij installaties in tertiaire en industriële gebouwen. In 2016 mogen we ons bovendien nog aan een hoop extra regels verwachten. Soms stelt men ook onredelijke eisen: hoe moet je als installateur bijvoorbeeld gaan bewijzen hoe goed de brandveiligheid in een nieuwbouw is?”

“De exponentiële toename van extra regelgeving werkt verstikkend voor onze leden.” – Venant van Esbroeck, Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen

Johan Van Vlaenderen (Statamat): “De nieuwe brandveiligheidsnormen hebben enorme gevolgen voor installateurs, maar er is veel te weinig communicatie rond geweest naar alle betrokken partijen.”

André Overdulve (Electro Service André): “De overgangsperiode was veel te kort. Op een paar maanden tijd moest alles aangepast zijn. Noch voor de fabrikanten, noch voor de installateurs was dat haalbaar.”

“De RUP’s moeten dringend worden vernieuwd om onduidelijkheid te vermijden.” – Laurence Batteauw, Insight-In

Johan Van Vlaenderen (Statamat): “Het aspect brandveiligheid zorgt altijd voor een spanningsveld met architecten: zij willen alles zo esthetisch mogelijk uittekenen, waardoor de verleiding groot is om een noodzakelijke brandhaspel ergens in een klein hoekje en kast weg te moffelen. Als wij na een oplevering een gebouw dan op brandveiligheid controleren, gebeurt het niet zelden dat een brandhaspel niet correct kan worden afgerold, waardoor het systeem niet correct kan functioneren in noodgevallen. Nochtans bestaan daar goede oplossingen voor. Daarnaast zien we dat het aspect branddetectie ook wel eens wordt verwaarloosd. Tot onze ergernis merkten we al herhaaldelijk dat, zelfs bij prestigieuze projecten, bepaalde sensoren niet eens werden aangesloten. Wij zijn dan de boeman die dat slecht nieuws moet komen melden, want probeer dat achteraf maar eens op te lossen zonder kap- en breekwerk. Je zal maar eigenaar van zo’n gebouw zijn: logisch dat je heel zenuwachtig wordt als je veiligheid zo in het gedrang komt. Daarom zou er eigenlijk in iedere fase van het bouwproces grondig op bepaalde aspecten, waaronder brandveiligheid, moeten worden gecontroleerd.”

André Overdulve (Electro Service André): “Om op de hoogte te blijven van alle innovaties nemen wij geregeld deel aan opleidingen die door onze beroepsfederatie Fedelec worden georganiseerd. Het probleem is dat heel wat collega-installateurs niet zo redeneren en daar geen tijd voor maken, waardoor ze minder beslagen op het ijs komen en eigenlijk niet meer over dezelfde competenties beschikken. Als ze dan maar half werk afleveren, bezoedelen ze de reputatie van de hele sector.”

“De wildgroei aan nieuwe formaliteiten belemmert een vlotte gang van zaken enorm.” – Bert Ghesquière, GC Architecten

Bert Ghesquière (GC Architecten): “Naast nieuwe regels rond brandveiligheid, zijn er de jongste jaren – in een verschroeiend tempo – strengere regels gekomen rond EPB, waterinfiltratie en nog talloze zaken. Voor een architectenbureau is het almaar moeilijker alles nauwgezet bij te houden. Daarom vragen wij onze mensen steeds meer om zich in één bepaald domein te specialiseren. Daarnaast is er ook nog de discrepantie tussen nieuwbouw en renovatie: de normen bij een nieuw gebouw liggen stukken hoger als die bij een op te knappen gebouw.”

Philippe Vanpoucke (Solid Engineering): “Die tsunami van extra regelgeving maakt het voor een kleine zelfstandige almaar moeilijker om het hoofd boven water te houden, ongeacht of je nu aannemer, architect of studiebureau bent.”

Venant van Esbroeck (Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen): “We beseffen al te goed dat de exponentiële toename van extra regelgeving verstikkend werkt voor onze leden, en proberen hen daarin zo goed mogelijk te ondersteunen via opleidingen.”

“Ongelooflijk, maar waar: zelfs bij prestigieuze projecten worden sensoren voor de brandveiligheid niet eens aangesloten.” – Johan Van Vlaenderen, Statamat

Dirk Martens (ABDM-Architecten): “Bovendien zijn de lokale overheden niet altijd op de hoogte van bepaalde technische ontwikkelingen, waardoor ze geneigd zijn om vooral conservatieve beslissingen te nemen en de theorie niet correct aan de praktijk wordt afgetoetst.”

Guy Speltdooren (Bouw-ID): “Door al die extra normeringen swingt de kostprijs voor een bouwproject tegenwoordig al snel de pan uit, wat bij de bouwheer voor begrijpelijke frustratie zorgt aangezien zijn voorziene budget gegarandeerd wordt overschreden.”

Sociale dumping

M.M.: Is er verbetering merkbaar inzake de problematiek van sociale dumping?

Venant van Esbroeck (Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen): “Het probleem blijft helaas razend actueel, maar het witboek dat door Bart Tommelein (staatssecretaris voor fraudebestrijding, red.) is samengesteld op basis van 26 actiepunten, heeft me heel aangenaam verrast. Vanaf september wordt daar heel intensief mee aan de slag gegaan, we kunnen alleen maar hopen dat het tot forse effecten zal leiden.”

“De overgangsperiode voor nieuwe regelgeving is vaak veel te kort.” – André Overdulve, Electro Service André

Gino Standaert (Sunorama): “Wij werken, zo lang wij nog kunnen, met Belgische arbeiders, maar die hele problematiek heeft ons al heel wat projecten gekost. We ondervinden daar op alle niveaus hinder van: we moeten onze mensen steeds meer betalen, moeten ons regelmatig bijscholen door opleidingen te volgen, waardoor onze prijzen automatisch hoger liggen dan die van de buitenlandse concurrenten, die zich van al die regels en wetgevingen niets aantrekken. Een recent bezoek aan één van deze landen heeft me sterk ontmoedigd: daar heb je tien ingenieurs, calculators, projectleiders  voor de prijs van één hier in België. Begin dan maar te concurreren… Bovendien werken wij bewust met hoogwaardige materialen van Belgische makelij, omdat ook de wet en de eisen  steeds strenger worden. Ook daarmee kunnen we amper concurreren tegen de goedkope alternatieven van inferieure kwaliteit uit Oostbloklanden. Sommige bouwheren liggen daar niet wakker van: als hun gebouw maar ramen heeft, wat er insteekt is op dat moment niet belangrijk. Als er later evenwel problemen zijn met dat schrijnwerk, dan pas gaan de poppen aan het dansen.”

Tim Van De Woestyne (Fibre Systems International): “Wij prijzen ons gelukkig dat we met die problemen niet al te veel te maken hebben, al worden we wel meer dan vroeger geconfronteerd met slechte betalers.”

“De tsunami van extra regelgeving maakt het voor een kleine zelfstandige almaar moeilijker om het hoofd boven water te houden.” – Philippe Vanpoucke, Xolid Engineering

Gino Standaert (Sunorama): “Als klap op de vuurpijl wordt in de Oostbloklanden schromelijk misbruik gemaakt van Europese subsidiëring, maar niemand weet wat er met het geld effectief gebeurt, er is geen enkele vorm van controle… Europa zou gerust een paar mensen kunnen betalen die deze onderzoeken grondig doen. De vaststellingen van corruptie en misbruik van deze subsidies  zouden een schok zijn voor velen onder ons.  De verhalen die ik ter plaatse gehoord en gezien heb zijn schrijnend en onrustwekkend. De vraag is alleen: hoelang kan dit nog doorgaan?”

Bart Lameire (Lameire Funderingstechnieken): “Toch moet er dringend ook iets verbeteren aan de mentaliteit van de Belgische arbeider. Die is amper nog bereid tot werken, velen tokkelen liever maar wat op hun tablet en voelen er weinig voor om meer uren te kloppen.”

Venant van Esbroeck (Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen): “Door de hoge werkloosheidsbijdrage, is de kloof met wat een actieve arbeider opstrijkt, te klein. Daar iets aan doen, zou al een groot deel van het probleem oplossen.”

Pascal Danneels (Danneels): “Voor iedereen die aan tafel zit, geldt min of meer dezelfde uitdaging: het heeft weinig zin om te klagen over oneerlijke concurrentie, vroeg of laat moet je onvermijdelijk mee in dat verhaal. De tijd is voorbij dat je onder de kerktoren zorgeloos kon produceren. Wie zijn concurrentiekracht wil verhogen, moet ook over de landsgrenzen heen activiteiten ontwikkelen.”

P1010544_low

Deelnemers

  • Bart Lameire (Lameire Funderingstechnieken, Eeklo): specialist in funderings- en beschoeiingswerken, met een eigen studie- en ontwerpdienst.
  • Gino Standaert (Sunorama, Knesselare): producent van duurzame, energiebesparende ramen en deuren.
  • Laurence Batteauw (Insight-In, Gent): interieur- en projectcoördinatiebureau voor zowel nieuwbouw als renovatie.
  • André Overdulve (Electro Service André, Wortegem-Petegem): multidisciplinair installatiebedrijf met projecten in zowel de industriële, de tertiaire als de projectmarkt.
  • Dirk Martens (ABDM-Architecten, Zingem): multidisciplinair architectenbureau dat zich als centraal aanspreekpunt voor fundamenteel duurzame bouwprojecten profileert.
  • Pascal Danneels (Danneels, Sint-Andries Brugge): specialist in grondontwikkeling en verkavelingsprojecten, vooral voor de residentiële markt.
  • Johan Van Vlaenderen (Statamat, Evergem): richt zich volledig op brandveiligheid en -detectie, met kwalitatieve oplossingen voor de installateur.
  • Guy Speltdooren (Bouw-ID, Sint-Martens-Latem): bouwt en verbouwt villa’s met karakter en identiteit en profileert zich dus vooral in het hogere segment.
  • Bert Ghesquière (GC Architecten, Meulebeke): bureau dat zich richt op de creatie van zowel woningen, industrie- en bedrijfsgebouwen, scholen als openbare gebouwen.
  • Philippe Vanpoucke (Xolid Engineering, Evergem en Roeselare): stabiliteitsbureau voor woning-, appartements- en industriebouw.
  • Tim Van De Woestijne (Fibre Systems International, Evergem): distributeur van onder meer staal- en kunststofvezels voor gewapend beton en asfalt.
  • Venant van Esbroeck (Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen, Zwijnaarde): professionele partner voor hoofd- en onderaannemers in de bouwnijverheid.

Moderatie: Nancy Gryson
Reportage: Bart Vancauwenberghe

 

Eerdere Artikelen