Perceptie dat je boven de 50 jaar geen kans meer maakt, is verkeerd

Luc Lauryssens, directeur van VDAB Hasselt, en zijn collega Johnny Nelissen van VDAB Tongeren: “We werken een plan uit om 1.500 Waalse werkzoekenden te laten participeren in de Limburgse arbeidsmarkt.”

De Vlaamse werkloosheid is op het laagste peil sinds 2000. De grootste daling werd genoteerd in de provincie Limburg. En er is nog meer goed nieuws: de werkloosheid bij allochtonen daalt het snelst in Limburg. Bovendien werpt het Limburgse reactiveringsmodel zijn vruchten af; de werkloosheid bij -25 jarigen daalt zienderogen. VDAB Limburg gaat dan ook prat op een eigen aanpak. “En zo hoort het ook,” zeggen Luc Lauryssens, directeur van VDAB Hasselt, en zijn collega Johnny Nelissen van VDAB Tongeren. Zij werken elke dag aan werk.

Er beweegt iets in Limburg. De aan werk of werkloosheid gerelateerde cijfers vertonen steevast een positieve trend, een bewijs dat de eigengereide aanpak loont. Maar er rest de VDAB nauwelijks tijd om op haar lauweren te rusten, want er dringt zich alweer een nieuwe uitdaging op. Een kwart van de Limburgse werkzoekenden is ouder dan 50 jaar. Eind december werden er 6.630 oudere werkzoekenden geregistreerd.

Limburg Manager: Heren, ik neem aan dat dit hét aandachtspunt wordt van 2008?
Luc Lauryssens: “Het is een van de fameuze werven die minister Frank Vandenbroucke gelanceerd heeft. We hebben op dit moment veel meer werkzoekenden ouder dan 50 jaar dan jonger dan 25 jaar. Onze inspanningen om deze groep 50-plussers te activeren, zullen we inderdaad verder intensifiëren.”

Limburg Manager: Op welke manier wordt de activering bevorderd?
Johnny Nelissen: “We hebben de zogenaamde ‘50+’-club, waarin er ervaringen worden uitgewisseld, men samen kan oriënteren op de arbeidsmarkt en men sollicitatietrainingen kan volgen. Deze clubs hebben heel wat succes.”
Luc Lauryssens: “Er ontstaan zelfs wachtlijsten. Tegelijk willen we inspanningen leveren op het domein van de perceptie. Er bestaat nog steeds een misvatting dat men boven de 50 jaar geen kans meer heeft op de arbeidsmarkt. Het tegendeel is waar.”

Limburg Manager: Het beeld van de 50-plusser die te duur is voor een onderneming, klopt niet?
Luc Lauryssens: “Als men alle voordelen in overweging neemt, is het tegendeel zelfs waar. Er bestaan immers heel wat subsidies om het in dienst nemen van oudere werknemers te steunen, maar deze zijn nog niet voldoende bekend.”
Johnny Nelissen: “Ondernemingen zijn ook gebaat met de expertise van oudere werknemers, ze zijn quasi onmiddellijk inzetbaar en hebben – in vergelijking met bepaalde jongerencategorieën – geen attitudeproblemen.”
Luc Lauryssens: “Het enige wat al te zwaar doorweegt in de kosten-batenanalyse van de werkgevers is de outplacementverplichting waarbij de werkgever – in het geval van ontslag van een werknemer ouder dan 45 jaar – de kosten draagt van de outplacement.”

Lissabonnorm

Limburg Manager: Wordt deze groep niet almaar belangrijker, willen we de Lissabondoelstellingen op het vlak van werkzaamheidsgraad halen?
Luc Lauryssens: “Absoluut. Momenteel heeft de VDAB een sluitende aanpak voor iedereen tot en met 49 jaar. Dat heeft zich vertaald in een doelgroepenaanpak voor laaggeschoolde en allochtone jongeren, maar om een werkzaamheidsgraad van 70% te halen, zoals de Lissabonnorm voorschrijft, zullen we ook de groep 50-plussers aan het werk moeten zetten of houden.”
Johnny Nelissen: “En hierin hebben we met Limburg een achterstand in te halen ten opzichte van Vlaanderen. Momenteel bedraagt de werkzaamheidsgraad in onze provincie 63,6%. Vandaar dat we meer inspanningen zullen doen, samen met de vakbonden, UNIZO, VKW en Voka om erop te wijzen dat ook de groep 50-plussers geactiveerd moet worden.”

“Ons reactiveringsmodel is erg succesvol. We halen fantastische cijfers. Dat bewijst dat je de aanpak altijd moet afstemmen op de situatie en de te bereiken doelgroep.”

Limburg Manager: Het Limburgse Jeugdwerkplan, gericht op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid, werpt dan weer wel vruchten af. Sterker nog, er wordt gesproken over een modelaanpak?
Luc Lauryssens: “Ons reactiveringsmodel is erg succesvol. We halen fantastische cijfers. Dat bewijst dat je de aanpak altijd moet afstemmen op de situatie en de te bereiken doelgroep. We hebben een daling van 27% gerealiseerd door kort op de huid te zitten van de werkzoekenden en hebben vooral gewerkt op attitudeproblemen. Dat hebben we in samenwerking gedaan met heel wat andere, dikwijls socio-culturele organisaties, want het vermanende vingertje van de overheid werkt niet, hoor.”
Johnny Nelissen: “Om een efficiënt model uit te werken moet je oog hebben voor de aard van de regionale problemen. Zelfs in de provincie Limburg bestaan er onderlinge verschillen. We zijn dan al een KMO-provincie, maar in het gebied waar VDAB Tongeren zich op toelegt, weegt dat aandeel nog sterker door, evenals bijvoorbeeld de fruitsector. Om kleinere ondernemingen te bereiken en te informeren, werken we nauwer samen met UNIZO en VOKA, lopen we vaker langs om de noden te analyseren en tewerkstellingsvoorwaarden kenbaar te maken, zijn we als VDAB aanwezig op netwerkactiviteiten, enzovoort.”

Knelpuntberoepen

Limburg Manager: Bestaan er nog steeds typisch Limburgse knelpuntberoepen?
Luc Lauryssens: “Dat is geen verrassing, met klassieke sectoren zoals bouw, fruit en metaal. Met ons opleidingsaanbod proberen we voor een kentering te zorgen, maar om al deze vacatures ingevuld te krijgen, is meer nodig. Zo wordt interregionale mobiliteit een actiepunt. Ook het migratiedebat dringt zich op. Het openstellen van de grenzen wordt een realiteit en de vraag is in hoeverre men nog beschermende maatregelen kan volhouden.”
Johnny Nelissen: “Inderdaad, want gezien de dalende werkloosheid in onze regio blijft de nood aan werkkrachten bestaan. Een grensverleggend beleid, letterlijk en figuurlijk, is dus aan de orde. Onder meer in samenwerking met de Waalse tewerkstellingsdienst werken we een plan uit om 1.500 Waalse werkzoekenden te laten participeren in de Limburgse arbeidsmarkt.”

Limburg Manager: Opnieuw een specifieke groep, die een eigen aanpak vereist?
Luc Lauryssens: “Met veel overleg, want het is van belang om dit plan goed uit te werken. Taal blijkt immers een werkpunt. Een basiskennis van het Nederlands is essentieel, alleen al uit veiligheidsoverwegingen. De manier waarop je de werkzoekenden hiervoor klaarstoomt, kan op tal van niveaus. Waalse werkzoekenden kunnen gebruik maken van onze opleidingstrajecten, anderzijds kan er een uitwisseling worden opgezet en individuele beroepsopleidingen worden aangepast.”

Limburg Manager: Het Limburgse systeem van individuele beroepsopleidingen werkt in vergelijking met de rest van Vlaanderen ook erg goed. Bestaat daar een verklaring voor?
Luc Lauryssens: “Mogelijk heeft dat te maken met het mijnverleden en de reconversieplannen waarbij ondernemingen werden ingeschakeld in het opleidingscircuit. Dankzij dit systeem kunnen ondernemingen een interne individuele beroepsopleiding uitwerken en dat opleidingsplan aan ons voorleggen om subsidiëring te verkrijgen.”
Luc Lauryssens: “Met als bindende voorwaarde dat men de werknemer na de opleiding voor onbepaalde duur in dienst neemt. Het systeem is soepel, zonder ellenlange administratieve procedures, en dat werpt zijn vruchten af. Al blijft het voortdurend inspanningen vragen om werkgevers en werkzoekenden aan elkaar te koppelen. Want ook al kunnen we positieve cijfers voorleggen, er is altijd werk aan werk.”

Christophe De Schauvre

Eerdere Artikelen