ONDERNEMEN IN MEEUWEN-GRUITRODE – Burgemeester Lode Ceyssens: “De toeristische sector biedt nog veel groeikansen”

Meeuwen-Gruitrode telt veel handige Harry’s. Dat zeggen wij niet, dat zegt burgemeester Lode Ceyssens. “Ik hoor van verschillende werkgevers dat ze in deze regio nog goed personeel vinden, mensen met de juiste werkattitude, loyaal aan hun bedrijf. Dat geldt bijvoorbeeld voor de vele bouwbedrijven hier. Ik reken dat zeker bij onze troeven.”

Burgemeester Lode Ceyssens: “Het industrieterrein van Opglabbeek is voor Meeuwen-Gruitrode even belangrijk als voor hen. Het biedt werkgelegenheid in de onmiddellijke nabijheid.”
Burgemeester Lode Ceyssens: “Het industrieterrein van Opglabbeek is voor Meeuwen-Gruitrode even belangrijk als voor hen. Het biedt werkgelegenheid in de onmiddellijke nabijheid.”

Nog zo’n troef: er is ruimte voor ondernemers, met name voor kmo’s: er zijn er zowat 100. “Meeuwen-Gruitrode heeft historisch gezien een aantal grote werkgevers: Lambert Geerkens – nu Altez – en Ellimetal tellen elk tussen de 100 en 200 medewerkers, Jansen zelfs 300. Hoogmartens en Gijbels zaten daar ook bij, maar die trokken destijds wegens plaatsgebrek naar het industrieterrein in Opglabbeek. Een gemiste kans, maar het is goed dat ze nog dichtbij zijn. Veel mensen van Meeuwen-Gruitrode werken daar nog.”

Ruimte blijven creëren voor kmo’s is nu een grote uitdaging. “Kleine Heide hebben we uitgebreid met 5 ha, goed voor 19 bedrijven. Nu zijn we bezig met de volgende uitbreiding, 8 ha, onder meer voor de toekomstige uitbreiding van Jansen en Altez, cruciale bedrijven voor ons.”

Meeuwen-Gruitrode telt 390 zelfstandigen met zowat 700 werknemers, rekent burgemeester Ceyssens voor. “Daarnaast zijn er 90 landbouwbedrijven, waar 174 mensen werken. Dat is toch nog wel wat. Typisch voor onze gemeente is de paardensector, met zeven stoeterijen, onder meer Philippaerts en Lansink, die telkens ongeveer vijftien mensen werk bieden, plus drie gespecialiseerde dierenartsen. Die sector zorgt voor wat internationale aantrek, met een klein effect op onze horeca. En dan tellen we nog twee rusthuizen, een eigen en een privé, samen meer dan 100 arbeidsplaatsen.”

De werkloosheid ligt met 6,5 % vrij laag. “We hebben veel ondernemers en zelfstandigen, die hun eigen inkomen verwerven. En we liggen centraal tussen de industrieterreinen van Bree en Opglabbeek. Dat laatste is voor ons even belangrijk als voor Opglabbeek: het biedt werkgelegenheid in de onmiddellijke nabijheid.”

Fiets- en ruiterroutenetwerk

De laatste jaren zet Meeuwen-Gruitrode ook in op de toeristische sector. “Wij waren de eerste gemeente met het fietsroutenetwerk, de eerste met een ruiterroutenetwerk, maar we hadden zo goed als geen logies. Bezoekers van Center Parcs reden over onze prachtige fietspaden, maar economisch leverde dat voor ons quasi niks op. Tot Orshof is omgevormd tot een hotel, en we kleinschalige logies bij kregen, zoals Blauwe Maaten. De tewerkstelling steeg, en dat kan nog groeien, onder meer via het project Duinengordel. We hebben dat te lang bekeken als een uitgestrekt gebied waar we niks aan hadden. Nu verhogen we de belevingswaarde: onlangs zijn er paalkampeerplaatsen geopend, en er is ook al een mountainbikenetwerk.”

Meeuwen en Gruitrode zijn geen shoppingcentra, maar de gemeente telt toch 75 toonbankhandelaars. “We hebben wel eens gediscussieerd over de vestiging van nieuwe winkels. Kunnen er nog bij, of halen die klanten weg bij anderen? Ik ben ervan overtuigd dat goede winkels elkaar versterken. Mensen kiezen voor een bepaalde keten, en als die hier niet is, gaan ze naar Bree, ook voor hun andere inkopen. Dan zorg je beter voor een extra supermarkt in Meeuwen. Vroeger was er veel leegstand in de Dorpsstraat, en geen interesse om daar te investeren. De winkels verhuisden naar de Hoogstraat. Toen ons plan voor de omleidingsweg concreet werd, gingen investeerders er wel in geloven. Sinds we in 2003 een visie ontwikkelden voor Meeuwen-centrum, zijn daar alleen al 222 woongelegenheden bij gekomen, en geen enkele staat leeg. Dat mist zijn effect op de middenstand niet, want voor veel boodschappen willen mensen in de buurt terecht.”

Jan Colla

 

Eerdere Artikelen