Iets meer dan 70% van de Limburgse bouwbedrijven verliest opdrachten aan buitenlandse concurrenten. Dat blijkt uit de jaarlijkse bouwenquête van Confederatie Bouw Limburg en Voka – Kamer van Koophandel Limburg. Vorig jaar lag dit cijfer op 65%, in 2013 op 60% en drie jaar geleden op 38%. Opmerkelijk is dat 68% van deze concurrenten gevestigd zijn in Nederland, voor Polen (55%), Bulgarije (44%) en Roemenië (32%).
“Sinds de vrijmaking van de Europese markt kwam de voornaamste concurrentie uit Oost-Europa,” vertelt Chris Slaets van Confederatie Bouw Limburg. “De voorbije jaren heeft Nederland zich echter ook opgeworpen als concurrent. Zij profiteren van een gunstiger sociaal statuut – als zelfstandige zonder personeel is hun loonkost veel minder groot – en duiken zo onder de prijzen.” Zo’n 32% van de bouwbedrijven maakt zelf gebruik van buitenlandse werknemers, vooral uit Oost-Europa (80%).
Er is ook goed nieuws: zowel qua omzet als winstmarges zijn de verwachtingen beter dan vorig jaar. 33% voorziet een winstdaling, maar dit cijfer is bijna gehalveerd tegenover 2014. 35% voorspelt meer winst te zullen maken in 2015, dubbel zoveel als in 2014. De orderportefeuille groeit eveneens. 36% heeft nog tussen de één maand en drie maanden werk op de plank, voor 23% lopen er nog opdrachten tussen de drie en de zes maanden, en 27% heeft opdrachten voor meer dan zes maanden.