Fiscaalvriendelijk investeren in audiovisuele sector

De Tax Shelter is een fiscale maatregel die ertoe moet bijdragen het investeringsklimaat in de Belgische audiovisuele sector te verbeteren en te stimuleren. Traditioneel werd deze sector vooral gefinancierd door subsidies, maar door een gebrek aan financiële middelen bleef de werking grotendeels ambachtelijk. “Dankzij de Tax Shelter is daar verandering in gekomen,” zo merkt KPMG-partner Rolf Declerck op. Bedrijven krijgen nu de kans onder bepaalde voorwaarden fiscaal vriendelijk te investeren in films en andere audiovisuele producties. Dergelijke investeringen kunnen een aantrekkelijke return opleveren, zodat in het kader van Tax Planning zonder meer van een interessante maatregel gesproken mag worden.

Rolf Declerck, KPMG-partner.De Tax Shelter komt erop neer dat bedrijven kunnen genieten van een fiscale vrijstelling van 150% voor het bedrag dat door hen geïnvesteerd wordt in Belgische audiovisuele producties. De vrijstelling geldt onder bepaalde voorwaarden. Zo moet een Belgisch productiehuis bij de audiovisuele producties betrokken zijn en mag de investering niet meer dan 50% van het totale filmbudget bedragen. Rolf Declerck: “Een eerste opmerkelijke vaststelling is dat de fiscale vrijstelling 150% van de geïnvesteerde som bedraagt. Het is uniek in het fiscaal gebeuren dat de vrijstelling groter is dan het betaalde bedrag.” De investeerder heeft bovendien al recht op het fiscale voordeel vanaf de ondertekening van het raamakkoord met het Belgisch productiehuis. Rolf Declerck: “Ook dat is vrij uniek, want het is bijvoorbeeld perfect mogelijk dat de investering pas volgend jaar of zelfs het jaar nadien dient te gebeuren. In normale omstandigheden moet je eerst een kost maken alvorens je van een fiscaal voordeel kan genieten. Daarom is de Tax Shelter een ideaal instrument om aan Tax Planning te doen.”

Enkel Belgisch audiovisueel werk

Zowel Belgische vennootschappen als buitenlandse vennootschappen met vestiging in België kunnen van het fiscale voordeel genieten. Een beperkende maatregel is dat de investering enkel betrekking mag hebben op een erkend Belgisch audiovisueel werk. De investering kan anderzijds ook over verschillende werken worden verdeeld. Rolf Declerck: “Hou er echter rekening mee dat er twee plafonds ingebouwd werden. Het maximaal vrijgesteld bedrag werd vastgelegd op 750.000 euro en op 50% van de gereserveerde winst.” De maatregel geldt voorlopig niet voor particulieren, maar daar kan volgens Rolf Declerck op termijn verandering in komen: “De evolutie in de ons omringende landen wijst alleszins in die richting. Waarschijnlijk krijgen particulieren binnen enkele jaren wél de kans om mee te investeren in de audiovisuele sector, bijvoorbeeld in de vorm van participaties in filmfondsen.” Verschillende genres van audiovisuele werken komen voor de Tax Shelter in aanmerking. Voor de bioscoop betreft het langspeelfilms, documentaires of animatiefilms, voor de televisie – sinds het begin van dit jaar – lange fictiefilms, animatieseries en documentaires. De producties dienen door de betrokken gemeenschap te worden erkend als een Europees werk, wat betekent dat ze aan een aantal kwaliteitscriteria moeten voldoen. “Er wordt gewerkt aan een wetsvoorstel om de Tax Shelter uit te breiden naar cultuur in de bredere zin van het woord, dus ook muziek en mode,” merkt Rolf Declerck op. “De investeringen met fiscale vrijstelling zullen in een nabije toekomst dan ook wellicht op andere terreinen opduiken. Zo krijgen potentiële investeerders nieuwe kansen aangeboden.”

Kies producenten met kennis van zaken

Voor bedrijven kan een investering in de audiovisuele sector zeer interessant zijn, ook al vanwege de mogelijkheid op aantrekkelijke returns. Daarvoor is de keuze van het productiehuis, waarmee in zee wordt gegaan, onder meer erg belangrijk. Rolf Declerck: “Door voor een goede producent te kiezen, worden de risico’s aanzienlijk verkleind. Kennis van de markt is een absolute must, want niet elke film is zonder meer een kaskraker. Het is daarom altijd zaak om de risico’s goed af te wegen tegenover de mogelijke opbrengsten. De investeerder moet duidelijk kiezen voor een bonafide producent, die de sector kent. Wanneer op alle terreinen kwaliteit centraal staat, worden de risico’s tot een minimum beperkt.”

Info: KPMG Belastinconsulenten.
Tel.: 02/708.37.26, www.kpmg.be

Eerdere Artikelen