Donderdag 5 februari 2015: het is een datum die in de historiek van de Gentse haven met vet zal worden aangeduid. Na jaren voorbereiding, tekenden Vlaanderen en Nederland dan het verdrag voor de aanleg van een nieuwe sluis in Terneuzen. “Het belang van die stap kan je moeilijk overschatten,” beweren Daan Schalck en Mathias De Clercq in koor. Het duo ziet met grote tevredenheid hoe de stakeholders zich eendrachtig achter de toekomstvisie van de Gentse haven scharen.
M.M.: De haven is de onbetwiste motor van de economie in de Arteveldestad. Hoe uit zich dat cijfermatig?
Mathias De Clercq (ook schepen van Haven en Economie): “Met 60.000 rechtstreekse en onrechtstreekse arbeidsplaatsen, of 12,8% van de tewerkstelling in Oost-Vlaanderen, is de haven meer dan ooit een motor van onze welvaart. Niet alleen voor Gent zelf, maar voor de hele provincie. De toegevoegde waarde creatie bedraagt 6,3 miljard euro, of 15,5 % van de totale toegevoegde waarde voor Oost-Vlaanderen. Ook de helft van de Oost-Vlaamse export verloopt via de haven van Gent. Daar zal het niet bij blijven, want onder meer door relevante investeringen in infrastructuur zullen de havenactiviteiten in de toekomst blijven groeien.”
Daan Schalck: “We hebben die mooie cijfers onder meer te danken aan de goede resultaten van sterkhouders zoals ArcelorMittal, Eurosilo en Volvo Cars. De werkgelegenheid in het gros van die grote ondernemingen bleef ook minstens status-quo. Zo scoorde Volvo over een langere periode nooit zo sterk als nu. Ook de biogebaseerde economie draait op volle toeren, met liefst 800 extra arbeidsplaatsen. Bovendien hebben heel wat nieuwe bedrijven zich in het laatste decennium aan het Kluizendok en in Skaldenpark gevestigd.”
M.M.: Welke evolutie merkt u in de sectoren die toonaangevend zijn voor de haven?
Mathias De Clercq: “We zijn verheugd over de gezonde mix tussen de industriebedrijven die hier al jarenlang verankerd waren, en nieuwkomers die toonaangevend zijn in nieuwe nichemarkten. Tot onze tevredenheid merken we dat Gentse vestigingen die deel uitmaken van een buitenlandse multinational, hoog aangeschreven staan bij de directie van het moederbedrijf. Dat schept vertrouwen voor de toekomst. Hetzelfde kunnen we zeggen van de 13,2 miljoen investeringen in nieuwe kranen die ArcelorMittal doet, om zich te wapenen voor een toekomst waarin ze gebruik zal kunnen maken van de nieuwe sluis in Terneuzen.”
Daan Schalck: “Het is geruststellend om vast te stellen dat de meeste havenbedrijven de recessie heel deftig doorstaan hebben. Geen enkele grote speler diende de boeken te sluiten. Bovendien merken we een gezonde wisselwerking tussen nieuwe bedrijven, en de traditionele sterkhouders. Dat weerspiegelt zich in intensief gebruik van ‘cradle-to-cradle’-technologie, waarbij bijvoorbeeld hoogovenslakken worden gebruikt als toeslagstoffen voor de cementindustrie. Onze cluster aan biotech bedrijven is nog altijd wereldwijd een referentie. De bouw van een nieuwe biomassacentrale zal dat alleen nog maar versterken. Heel wat bedrijven uit de biogebaseerde industrie hebben Gent als vestigingsplaats gekozen omwille van de goed uitgebouwde infrastructuur, en de enorme opslagmogelijkheden die hier al aanwezig waren. De maakindustrie zal terugkeren naar de lokale markten. Onder meer de evolutie van de biocluster toont dat mooi aan. Belangrijk is daarbij dat we de biogebaseerde economie de kans geven om verder te rijpen.”
M.M.: In welk stadium bevindt zich de bouw van de nieuwe sluis?
Mathias De Clercq: “De ondertekening van het verdrag tussen Nederland en het Vlaanderen op 5 februari was een mijlpaal. Daardoor zal onze haven bereikbaar worden voor grotere, diepere schepen tot 120.000 ton. De nieuwe sluis zal 16,44 meter diep zijn, 55 meter breed en 427 meter lang. Vlaanderen heeft eind vorig jaar al 120 miljoen euro aan Nederland overgemaakt als voorschot voor dit project, waarvan de eerste spadesteek in 2017 verwacht wordt. Vier jaar later zou de sluis operationeel moeten zijn. Dit hele project is ook goed voor de tewerkstelling: dit zal sowieso zorgen voor de creatie van duizenden tijdelijke jobs bij de bouw, het behoud van bestaande jobs, en de creatie van nieuwe, permanente banen.”
Daan Schalck: “Voor een project van die omvang, is 2021 vrij dichtbij. Vergeet niet hoe lang er al nood is aan dit project. Eind jaren ‘60 was er al vraag naar. We voelen dat dit project ook door de stakeholders van de Gentse haven gedragen wordt: alle neuzen wijzen in dezelfde richting. Talrijke privébedrijven die hier gevestigd zijn, hebben al hun vertrouwen uitgesproken in de vorm van investeringen. Heel wat internationale ondernemingen die in Gent al decennialang verankerd zijn, hebben hun vestigingen stelselmatig laten evolueren tot ‘lead plant’ binnen hun groep.”
M.M.: Welke andere uitdagingen moeten worden aangepakt?
Daan Schalck: “De diepgang van de haven en het achterliggende kanaal Gent-Terneuzen. Doordat die nu onvoldoende is, scoren we bijvoorbeeld minder sterk qua vervoer van vloeibaar petroleum. Gelukkig wordt dat gecompenseerd door onze sterke positie in talrijke nichemarkten. Daarnaast moet er dringend werk worden gemaakt van de versoepeling van de havenarbeid. In Nederland laat de wetgeving meer toe. Het is dus belangrijk de sociale dialoog hierover te activeren. Een positief signaal is alvast dat dit punt in het federaal regeerakkoord wordt vermeld. We moeten mee werk maken van een duidelijk juridisch kader dat jarenlang kan standhouden.”
Foto’s: Pieter Clicteur