Beleving: het is een factor die Roeselare steeds meer typeert. De West-Vlaamse centrumstad zag haar economie de jongste jaren gevoelig evolueren. Op verschillende fronten heerst een enorme bedrijvigheid, en die dynamiek wil het stadsbestuur ook in de handelskern aanzwengelen. “Recent werden we ergens betiteld als het nieuwe Texas van (West-)Vlaanderen. We voelen ons daardoor vereerd, maar willen verder investeren in het duurzaam karakter van onze stad.”
M.M.: Roeselare heeft drie afritten aan de autosnelweg E403. Weinig steden zijn zo goed bedeeld qua ontsluiting?
Burgemeester Luc Martens: “Inderdaad, het zorgt ervoor dat alle platformen waar grote economische bedrijvigheid heerst, snel en vlot bereikbaar zijn. De doortrekking van de Ring, die intussen al enkele jaren een feit is, heeft die goede mobiliteit nog een boost gegeven. Bovendien zijn we er op die manier ook in geslaagd om de verkeersdruk op de binnenstad gevoelig te verlichten. Het is een pluspunt dat ook het zware verkeer nu over voldoende alternatieven beschikt om haar bestemming te bereiken.”
M.M.: Wat moet er nog gebeuren om de ontsluiting voor watergebonden activiteiten te verbeteren?
Schepen van Economie Kris Declercq: “Het is een feit dat we in de toekomst onze aantrekkingskracht voor bedrijven die gebruik maken van watergebonden activiteiten, willen verhogen. Zo hebben we onder meer een studie laten uitvoeren over de toekomstige mogelijkheden van het kanaal en de kop van de vaart. Van de vijf alternatieven die daarin naar voor werden geschoven, bleken zowel bedrijfsleiders als het schepencollege vragende partij om te opteren voor een beperkte verdieping tot 4,2 meter, met een uitbreiding van de sluiscapaciteit. Potentiële ingrepen aan het kanaal Roeselare-Leie zullen in de toekomst samen gebeuren met ingrepen aan het kanaal Kortrijk-Bossuit. Dit past ook de grensoverschrijdende plannen voor de Seine-Schelde-verbinding. Nu dat dossier ook bij onze Franse buren gedeblokkeerd lijkt, hopen we daar in de toekomst via een constructieve samenwerking mee de vruchten van te plukken.”
M.M.: In welke mate zet de stad in op het creëren van nieuwe ruimte voor bedrijven?
Luc Martens: “Het lijstje met aanvragen van bedrijven om zich in Roeselare te vestigen is lang, maar het komt erop aan een goed evenwicht te vinden met de noden van de burger. Het bedrijvenpark Beveren-Noord is een goed voorbeeld van hoe we erin geslaagd zijn de verzuchtingen van de omwonenden te koppelen aan de creatie van een nieuw regionaal bedrijventerrein (75 ha). Na een actieve dialoog met de inwoners werd beslist dat deze zone aan belangrijke kwaliteitsvoorwaarden diende te voldoen. In samenwerking met WVI zijn we gekomen tot een zone die, naast een toegevoegde economische waarde, ook ecologische troeven heeft (water- en groenbuffering, mobiliteitsbelasting uit het centrum van Beveren houden) en bovendien zelfs een recreatieve invulling geniet, onder meer met fiets- en looppaden. Zo kunnen we een verhaal schrijven waar zowat alle stakeholders achter staan. Op heel korte tijd zullen we starten met de ontsluiting van die zone.”
M.M.: Hoe is de werkgelegenheid in de stad de voorbije jaren geëvolueerd?
Luc Martens: “Met 7% werkloosheid scoren we het best van alle Vlaamse centrumsteden. In de stad zelf geven we werk aan 36.000 mensen. Er zijn circa 2000 werklozen, hoofdzakelijk uit kansengroepen. In Roeselare is de voedingsindustrie in al haar facetten (glas-, land- en tuinbouw; veiling; verwerking tot (half) afgewerkte producten,…) altijd al sterk vertegenwoordigd geweest, maar onder meer door de ontwikkelingen op het Accent Business Park merken we een steeds verdere ontwikkeling van de dienstensector (banken, verzekeringen, hotel, media, de zorgsector,…). Vroeger was die zowat overal over de stad versnipperd, nu zien we een sterke concentratie. De heel strategische ligging speelt daarbij uiteraard een cruciale rol. Daarnaast profileren we ons steeds nadrukkelijker als een zorgcentrum: niet alleen via de bouw van het nieuwe ziekenhuis AZ Delta, maar ook via nicheactiviteiten die aan deze sector zijn gelinkt (toelevering, research, logistiek,…).
M.M.: Welke uitdagingen zijn er op vlak van kleinhandel?
Kris Declercq: “Net als heel wat andere steden, moeten we inspanningen leveren om de handelskern van de stad te versterken. De middenstand heeft het niet onder de markt en kreunt onder de recessie, de concurrentie met onder meer hypermarkten en de immense opmars van e-commerce. Zoiets kan je niet in een vingerknip oplossen, maar we willen er wel hard aan werken. Dat kunnen we onder meer doen door sterk in te zetten op beleving en door op een duurzame manier uit te groeien tot een trendsettende retailstad. Het stoppen van de ‘brain drain’ kan daarbij helpen: we willen Roeselaarse jongeren die elders hun bachelor- of masterdiploma hebben behaald, naar de stad terughalen om op basis van hun kennis een nieuwe dynamiek te creëren. We hebben alles in huis om zowel de maakindustrie, de dienstensector als de retail te charmeren: als sterkst groeiende centrumstad van Vlaanderen zijn we klein genoeg om dynamisch te blijven, maar anderzijds ook groot genoeg om op voldoende kritische massa te kunnen terugvallen.”
Foto’s: Tiny Bogaerts