De Van Lanschot groep is een van de oudste onafhankelijke banken in Europa, met meer dan 275 jaar ervaring op de teller en ruim 56 miljard euro in beheer. Daarmee is Van Lanschot de grootste private bank in de Benelux. In Limburg telt de bank van oudsher veel ‘Nederbelgen’ als klant, vermogende Nederlanders die in België zijn komen wonen. “Maar het aandeel Belgische klanten neemt al jaren toe en overtreft ondertussen ruimschoots de relaties van Nederlandse oorsprong,” stelt Greet Nys, directeur in Hasselt en verantwoordelijk voor de regio Limburg bij Van Lanschot.
Van Lanschot heeft zijn strategie voor de Belgen naar verschillende doelgroepen toegespitst. “Naast de vermogende particuliere beleggers hebben we een speciale afdeling voor Institutionele relaties zoals steden, gemeenten, universiteiten, pensioenfondsen, congregaties en ziekenhuizen. De laatste jaren werd er verder gespecialiseerd naar Health care (medische beroepen), Business Professionals (auditbedrijven, advocatenkantoren…) en Familiale ondernemingen,” legt Greet Nys uit. “Elk van deze zuilen wordt geconfronteerd met belangrijke momenten in de carrière waarbij professionele bijstand op het financiële en planningsvlak zeer welkom zijn.”
M.M.: Is de bank de laatste jaren veranderd?
Greet Nys: “We zijn er trots op dat we de financiële crisis zijn doorgekomen zonder staatssteun. Sindsdien zijn wij zowel intern als extern verder geëvolueerd. Intern, door nog méér dan voorheen het beleggersprofiel te bespreken alvorens we aan het beleggen gaan. Zowel voor de cliënt als voor ons heeft dat toegevoegde waarde. We beschikken over gesofisticeerde maar toch begrijpbare instrumenten om opportuniteiten en risico’s in beeld te brengen. De klanten appreciëren dat wij aan hun zijde staan en samen met hun vanuit hun eigen doelstellingen en wensen een persoonlijk, intens en individueel traject opstellen.”
“Extern is de bank ook mee geëvolueerd in de tijd via het openen van onze internetpoot EVI. Waar we oorspronkelijk enkel een traditioneel spaarboekje aanboden via internet, kan men sinds vorige week via die weg op vermogensbeheer intekenen. Op deze wijze hebben wij de mogelijkheden tot kennismaking met de bank zeer sterk verruimd en hebben we makkelijker toegang tot de volgende generatie die een andere soort van dienstverlening verlangt.”
“De klanten appreciëren dat wij aan hun zijde staan en samen met hun vanuit
hun eigen doelstellingen en wensen een persoonlijk, intens en individueel traject opstellen.”
M.M.: Wat is het instapkapitaal bij Van Lanschot?
“De dienstverlening verschilt afhankelijk van de grootte van het belegbaar vermogen. De instap waarbij een private banker aan uw zijde staat bedraagt minimaal 500.000 euro. Naarmate de bedragen groter worden, wordt het ook steeds relevanter om gebruik te maken van de diensten van de afdeling Wealth structuring. Sinds vorige week hebt u ook de mogelijkheid om via het EVI-netwerk kennis te maken met het pure vermogensbeheer voor kleinere instapbedragen.”
M.M.: Hoe is jullie visie op beleggingen wereldwijd?
“Een wereldwijd gespreide portefeuille is belangrijk omdat de economieën van de verschillende werelddelen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Wij doen dat vanuit het oogpunt van een Europese belegger met aandacht voor de uiteindelijke invloed van de valuta’s op een beleggingsportefeuille. Met de volatiliteit van de laatste weken denken we dat de markten een beetje overdreven hebben en dus eerder tijdelijk wat ‘over gecorrigeerd’ zijn. Bij heropleving zullen we het echter niet nalaten om aandelenposities nog iets verder terug te brengen. We streven uiteindelijk naar een mooi evenwicht tussen aandelen en obligaties in een gespreide portefeuille. Door de tijd en tussentijdse volatiliteit heen verwachten we daar degelijke rendementen van.”
M.M.: En op obligaties?
“Zij zorgen voor het opvangen van schokken en de nodige stabiliteit. Qua looptijden van obligaties neigen we naar een verdere verkorting om de schokken nog te verminderen. De verwachting van een hogere lange rente gaat namelijk gepaard met lagere obligatiekoersen. Hoe langer de aangehouden looptijd, hoe kwetsbaarder een obligatie is voor dit effect. Binnen het obligatiedeel van een portefeuille worden verder strategische keuzes gemaakt tussen staatsleningen en bedrijfsobligaties. Die laatste zijn interessant als het verwachte rendement voldoende compensatie biedt voor het bedrijfsrisico. De voorbije maanden was deze risicopremie vaak klein. Na de laatste weken is bedrijfspapier eerder ‘neutraal’ gewaardeerd tegenover staatsobligaties. De risicovollere obligaties, zoals ‘emerging market debt’ en ‘high yield’ obligaties vinden we momenteel te duur en dus het extra risico niet waard.”