De regering-Michel I wil komaf maken met de veelbesproken ‘pestbelastingen’ van Di Rupo I. Het regeerakkoord voorziet zowel in de afschaffing van de aanslag van 309 % op geheime commissielonen als in de voortzetting van de overgangsregeling voor de liquidatiebonus. Kortom: het ideale moment voor een gesprek met accountant Jos Martens van QPS.
M.M.: U stelt dat met het verhogen van de roerende voorheffing in 2012 het verschil tussen eenmanszaken en vennootschappen deels uitgehold werd?
Jos Martens: “Klopt, voor startende bedrijven is de drempel om een vennootschap op te richten een pak hoger gelegd. Een vennootschap is vandaag pas interessant vanaf een omzet van om en bij de 120.000 euro. Van elke 100 euro winst, blijft sinds 2012 – na het betalen van 34 % vennootschapsbelasting en 25 % roerende voorheffing – slechts 49,5 euro over. Voordien, bij een roerende voorheffing van 15 %, was dat nog 56 euro.”
M.M.: Daarom raadt u starters aan om via goodwill kapitaal op te bouwen.
“Dat is nog een van de weinig manieren om de winst te drukken. Volgens de 4×4-regel kan je op een fiscaal interessante manier de belastbare nettowinst van de laatste vier jaar als afschrijfbare materie inbrengen. Daarom is het voor veel eenmanszaken interessant om de overstap naar vennootschap uit te stellen tot ze een substantieel bedrag kunnen inbrengen.”
M.M.: Niet alle kmo’s zijn onderworpen aan 25 % roerende voorheffing?
“Sinds 1 juli 2013 is het opnieuw mogelijk om aandelen uit te geven die recht geven op het tarief van 15 % roerende voorheffing. Maar er zijn een aantal voorwaarden en termijnen aan verbonden, waardoor het toepassingsgebied van deze maatregel eerder beperkt is.”
M.M.: De regering voorziet ook in de verderzetting van de overgangsregeling voor de liquidatiebelasting.
“Kmo’s zullen jaarlijks een deel van hun belastbare winst kunnen reserveren op een aparte passiefrekening tegen betaling van een anticipatieve heffing van 10 %. De reserves die op deze passiefrekening werden geboekt, zullen bij liquidatie belastingvrij worden uitgekeerd aan de aandeelhouders. Indien deze reserves na vijf jaar worden uitgekeerd als dividend, zal er een aanvullende roerende voorheffing van 5 % verschuldigd zijn. Indien men geen vijf jaar wacht, bedraagt de aanvullende roerende voorheffing 15 %. Samengevat: als je vijf jaar wacht, zit je opnieuw aan een tarief van 15 %.”
“Lagere woonbonus vanaf volgend jaar”
Jos Martens wijst erop dat de Vlaamse regering-Bourgeois I de woonbonus ingrijpend gewijzigd heeft. “Aan lopende leningen verandert er niets, maar voor wie vanaf 2015 een hypothecaire lening afsluit voor de aankoop van een enige en eigen woning veranderen twee zaken. Ten eerste wordt het maximumbedrag waarop de vermindering berekend wordt, verlaagd van 3.040 euro naar maximaal 2.280 euro. Na tien jaar wordt dit maximum verder verlaagd tot 1.520 euro. Ten tweede wordt het percentage van de vermindering uniform op 40 % gebracht in plaats van het marginaal belastingtarief. De fiscale tegemoetkoming bedraagt vanaf volgend jaar maximum 912 euro per persoon, een pak minder dan de 1.560 euro die dit jaar nog geldt. Wie op het punt staat te kopen, laat zijn hypotheekakte best nog dit jaar verlijden.”