Aan de vooravond van het 75-jarig jubileum van zijn bouwbedrijf staat gedelegeerd bestuurder Ewald Houben tussen twee mijlpalen. In juli 2005 ging zusterbedrijf en betonproducent Marmorith over in de handen van de internationale groep CRH. Intussen staat ook vast dat het bouwbedrijf zelf midden dit jaar zal verhuizen naar een nieuwe locatie langs de autosnelweg in Paal-Beringen.
Bouwbedrijf Houben is nog steeds een familiebedrijf ‘pur sang’. Grootvader verkocht destijds zowel boter en eieren als verzekeringen aan de boeren. Later werd de vader van Ewald Houben verantwoordelijk voor de mijngebouwen. Samen met een broer startte hij het bouwbedrijf en voorzagen ze een groot deel van Meulenberg van villa’s, scholen en kloostergebouwen. Nog later volgde de mijnschool, het zwembad en het Cultureel Centrum van Hasselt. Op dat moment was Houben opgeklommen tot een klasse 8 bouwonderneming. Vanaf de jaren ‘60 volgde de ontwikkeling van prefabelementen onder de naam Marmorith. “We waren één van de eersten met een systematische productie,” blikt Ewald Houben terug. “Onze werkmannen bleven op hun post en de bekistingen gingen rond. Dat werd toen met veel argwaan bekeken maar de concurrentie is ons jaren later met hangende pootjes gevolgd.” Anno 2006 is Bouwteam Houben nog steeds in familiale handen. Het Vlaams Administratief Centrum in Hasselt, de Militaire school in Brussel en de kantoorgebouwen van Telindus in Haasrode zijn maar enkele van de talrijke referenties. Momenteel werkt het bedrijf aan residentie Clockhempoort in Sint-Truiden. Een complex met 66 appartementen, ondergrondse parking, het nieuwe politiebureau en 3000 m2 winkelruimte met groenplein en esplanade.
Limburg Manager: De zaken gaan goed, maar toch heeft u Marmorith verkocht aan de groep CRH?
Ewald Houben: “Marmorith is een kapitaalintensief bedrijf omdat we voortdurend blijven innoveren. Om dat ritme aan te houden en om nieuwe internationale markten aan te boren moet je voortdurend zwaar investeren. Dat is geen probleem, ook niet voor onze bankiers. Maar als je de moeilijke jaren ’80 hebt meegemaakt, dan weet je dat het risico’s inhoudt als je in de huidige conjunctuur de markt moet blijven maken. Bovendien zijn mijn twee kinderen in de zaak gekomen. Ze doen dat zeer goed, maar als ik iets aan de hand zou krijgen, dan moet de hele familie daarvoor opdraaien. En dat risico wil ik niet lopen. Marmorith kan nu rustig blijven groeien. Zo komt er bijvoorbeeld op korte termijn al een nieuwe nettenmachine. Dat is een investering van 3 miljoen euro.”
Limburg Manager: U blijft in dienst als Business Development Manager van Marmorith?
Ewald Houben: “Bouwteam Houben is steeds voorloper geweest in de prefabricatie en Marmorith was onze toeleverancier die van de knowhow en ervaring kon meegenieten. Dat blijft ook in de toekomst zo. Al werkt Marmorith ook met tal van andere bouwbedrijven samen. Ik heb zelf het wereldwijde patent voor het nieuwe Airdeck-systeem en een patent voor Noord-Europa voor het product Evergreen. In landen zoals de Benelux, Engeland, Ierland, Frankrijk en Duitsland zal CRH zelf voor de productie zorgen. Maar daarbuiten ga ik actief op zoek naar bedrijven die Airdeck in productie willen nemen. Zo zijn er al gesprekken met potentiële leveranciers in Zuid-Duitsland en in Noorwegen.”
Limburg Manager: De verwachtingen voor het nieuwe Airdeck-systeem zijn hoog gespannen?
Ewald Houben: “Ik zit lang genoeg in de bouwsector om te weten waar rendementsverbetering mogelijk is. Vijf jaar geleden hebben we een vloersysteem onder Deens patent in productie gebracht. Dat bespaarde sterk op eigen gewicht en materiaal. Maar uiteindelijk waren we toch niet 100% overtuigd van de eindkwaliteit. Bovendien was de productie enorm arbeidsintensief en duur. Via interne studie zijn we dan gekomen tot een systeem met omgekeerde dozen die we in het verse beton trillen. Ze vormen luchtblokken in de betonnen platen. Zo besparen we 30 tot 50% van het materiaal. De inbouwhoogte is gehalveerd en we kunnen in het dek alle mogelijke leidingen verwerken. Er is zelfs geen chape meer nodig. We willen met Airdeck vooral inspelen op de vraag om duurzaam om te gaan met grondstoffen en materialen. Bovendien behoudt de architect alle mogelijkheden om creatief en flexibel te ontwerpen.”
“In sommige landen kent men het werk niet toe aan de laagste of hoogste prijs, maar aan het gemiddelde van alle resultaten. Wie zich daar bevindt, heeft het beste gerekend.”
Limburg Manager: In welke marktfase zitten jullie met Airdeck?
Ewald Houben: “We zijn gestart met de productie en hebben zicht op 260.000 m2 aan projecten. Voor de Nederlandse markt beschikken we over het Komo-keurmerk. We bouwen onder meer 14.000 m2 laboratoria voor Shell in Amsterdam en een gebouw van 12.000 m2 voor de Universiteit van Utrecht. Daar zullen we werken met betonkernactivering. Je legt dan in de vloer de leidingen die in de winter het gebouw verwarmen en in de zomer het beton afkoelen. Het effect is te vergelijken met airco, maar dan comfortabeler en gezonder.”
Limburg Manager: Het gebouw van de Industriële Hogeschool in Diepenbeek was zeven maanden sneller klaar dan voorzien.Wat is jullie geheime wapen?
Ewald Houben: “Efficiëntie en rendement gaan op een bouwwerf hand in hand. Prefabricatie speelt bij ons een belangrijke rol. Rusthuis Vinkenhof in Houthalen was bijvoorbeeld traditioneel voorzien en dat hebben we helemaal omgebouwd naar een prefabricatiesysteem met dubbele wanden en kolommen. Zo kan je een grote hoeveelheid werk van de werf naar de fabriek brengen. Daar ben je ook minder afhankelijk van de weersomstandigheden. En je bespaart ook op de schaarse goede bouwvakkers die op deze manier veel meer kunnen realiseren.”
Duurzaam bouwen
Limburg Manager: U bent een pleitbezorger van duurzaam bouwen…
Ewald Houben: “Om een wereldwijde milieuramp te voorkomen zal in de toekomst ieder voor zich een duurzame ontwikkelingsstrategie moeten volgen. Dit wil zeggen dat men flexibel moet bouwen en spaarzaam moet omgaan met het materiaal, de omgeving en de beschikbare ruimte. Je zal een sterke concentratie krijgen op kleine oppervlakten. Architecten en stedenbouwkundigen moeten de oplossingen aanreiken. Maar ook de politici en de rojectontwikkelaars moeten de moed hebben om duurzame projecten te stimuleren en uit te voeren.”
Limburg Manager: Hoe belangrijk is de herziening van de gunningprocedure?
Ewald Houben: “De aanbestedingsprocedure waarbij men uitsluitend oordeelt op basis van de laagste prijs is een systeem waarbij de aannemers hun eigen graf delven. De opdrachtgever wordt beduveld en de architect zit gewrongen tussen prijs en esthetiek. Op die manier is iedereen ongelukkig. Het is een onverantwoord systeem. De markt moet vrij zijn, maar ik pleit ervoor om knapper te werken en niet krapper. In het buitenland zijn er systemen waarbij men het werk niet toekent aan de laagste of de hoogste prijs, maar aan het gemiddelde van alle resultaten. Wie zich daar bevindt, heeft het beste gecalculeerd. De goedkoopste is zelden de beste. Bovendien kan je niet aan veiligheid en kwaliteit werken met de buikriem in het kleinste gaatje.”
Limburg Manager: Verwacht u op dit vlak verandering op korte termijn?
Ewald Houben: “Door overnames en verruiming van buitenlandse groepen blijven er in Limburg nog maar een paar familiale bouwbedrijven over. De beslissingen in de grote federaties worden vaak genomen door bedienden die tijd hebben om te vergaderen, maar niet door de ondernemers zelf die met hun eigen centen bezig zijn. Daarom nemen we als bouwbedrijven meer en meer zelf onze toevlucht naar projectontwikkeling en moeten we ons ook heroriënteren naar de organisatie en financiering van dergelijke projecten.”
Schaarse vaklui
Limburg Manager: Hoe ziet u de tewerkstellingsproblematiek in de bouwsector?
Ewald Houben: “Er zoeken blijkbaar veel mensen werk, maar onze beste krachten zijn nog gevormd door de technische scholen van het Kempische Bekken die in de jaren ’80 gesloten zijn. Ze gaan nu stilaan met pensioen. Goede werkkrachten zijn echt schaars. Het zou voor een aantal jongeren beter zijn als ze vroeger in het arbeidsproces terechtkomen in plaats van tegen hun zin op school te zitten. De best betaalde mensen zijn de vakbekwame ervaren krachten die de stiel op de werkvloer geleerd hebben. Via opleidingen in het bedrijf en systemen zoals peterschap voor jonge medewerkers kan je enorm veel bereiken. Net zoals we spaarzaam moeten omgaan met grondstoffen moeten we ook spaarzaam zijn met ons grootste kapitaal, de vaklui.”