Nog twee jaar blijft Jean-Luc Dehaene burgemeester van Vilvoorde, de stad die hij de 21ste eeuw inloodste. “Het is niet meer de industriële stad van weleer, maar een moderne dienstenstad, een woongemeente,” stelt de oud-premier. Dat Renault Vilvoorde tien jaar geleden op abrupte wijze de deuren sloot, beschouwt hij als een kantelmoment. Catharsis aan de Zenne.
‘Vilvoorde, dat is de stad waar de lucht vol weemoed hangt en de stank om te snijden is…’ Zo zong Kris De Bruyne jaren geleden. “Het is een mooi liedje, maar ik wil het niet meer horen,” reageert Jean-Luc Dehaene.
Brabant Manager: Met de sluiting van Renault Vilvoorde werd een sociaal bloedbad aangericht. Hoe heeft de stad dit economisch debacle verteerd?
Jean-Luc Dehaene: “De sluiting van Renault was zonder meer pijnlijk. Eens te meer werden we met de zware industriële erfenis van de stad geconfronteerd. Vilvoorde heeft heel veel geofferd aan de industrie. Er zijn wegen doorheen de stad getrokken, bedrijven – zelfs een cokesfabriek – zaten middenin het centrum van de stad. Vilvoorde, dat was Renault, Ca-va Seul, Delacre, Forges de Clabecq,… Vanaf de jaren ’70 en begin jaren ’80 zijn een aantal van die bedrijven dichtgegaan en hebben we verschillende sociale drama’s meegemaakt. Zeker de sluiting van Forges de Clabecq betekende een keerpunt: de start voor de reconversie van Vilvoorde.”
Brabant Manager: Het einde van een tijdperk dat Rik Poot met een beeld van de metershoge linkervuist symboliseerde?
Jean-Luc Dehaene: “Precies. De reconversie was dubbel. Aan de ene kant waren we één van de grootste vervuilers kwijt en konden we eindelijk beginnen aan het opkuisen van de stad. Voorheen was het dweilen met de kraan open. Daarnaast hebben we het geld van het reconversiefonds zo efficiënt mogelijk ingezet. In plaats van het meteen allemaal uit te geven, hebben we besloten om het te laten renderen, zodat we uiteindelijk over meer geld zouden kunnen beschikken dan er in eerste instantie in het fonds zat. Meteen ook het ontstaan van de maatschappij Novovil.”
Brabant Manager: Wat heeft deze reconversiemaatschappij precies gedaan?
Jean-Luc Dehaene: “Novovil heeft drie grote projecten opgezet waarvan er intussen twee zijn afgerond en één nog volop aan de gang is. De oprichting van een bedrijvencentrum was het eerste project. De tweede peiler was de ontsluiting van het kanaalgebied waar we de logistieke zone Cargovil hebben gecreëerd. Daarmee konden we ons aansluiten bij Brucargo dat aan het dichtslibben was. Het derde objectief is de reconversie van de oudste industriële zone van de stad, met name het gebied tussen Brussel en Vilvoorde, tussen de Schaarbeeklei en het kanaal. Dit gebied zal, gezien de uitstekende ligging, nieuwe activiteiten aantrekken en zal ook een woonzone omvatten.”
‘Watersite’-project
Brabant Manager: Het is opmerkelijk dat Vilvoorde nog bedrijfsterreinen beschikbaar heeft.
Jean-Luc Dehaene: “De ruimte tussen Vilvoorde en Brussel speelt een belangrijke rol in de toekomst van de stad. Het ‘Watersite’-project betekent – gezien het industriële verleden – een intensieve sanering. We proberen dan ook de Vlaamse Gemeenschap te overtuigen om dit gebied als experiment te zien, want men zal een zonesanering moeten doorvoeren. Het gangbare saneringsbeleid is vooral gericht op percelen, maar dat is hier ontoereikend omdat je dan met een lappendeken aan eigendommen zit. Het Watersitegebied moet in zijn geheel aangepakt worden. We hopen dat de Vlaamse Gemeenschap met dit project een saneringsmodel kan realiseren.”
Brabant Manager: Een Vilvoorde-model? Net zoals de sociale aanpak na de sluiting van Renault model stond voor de begeleiding van de Sabena-werknemers?
Jean-Luc Dehaene: “De manier waarop we de 3.000 Renaultwerknemers, op een honderdtal na, allemaal een nieuw sociaal statuut of job hebben kunnen geven, diende cynisch genoeg inderdaad als voorbeeld na het Sabena-debacle. We hebben een nieuwe sociale economie kunnen ontwikkelen, gaande van strijkwinkels tot fietsherstelbedrijven en diensten aan bejaarden. Dat werpt zijn vruchten af. Ook de geïntensiveerde samenwerking met instanties als VDAB, het OCMW en de Huisvestingsmaatschappij maakt dat we een werkbaar model hebben gevonden om de rechten en plichten van de burger op elkaar af te stemmen. Wij bieden massaal taallessen aan in allerlei vormen, net omdat de taal een belangrijke sleutel is naar de arbeidsmarkt.” “Het dramatische moment van de sluiting van Renault heeft de klemtonen van de stad doen verleggen. De oude industriële vlaggenschepen hebben plaats gemaakt voor enkele mediabedrijven, het Huis van de Toekomst… Initiatieven die gericht zijn op de toekomst.”
Brabant Manager: Zit daar het potentieel van de stad?
Jean-Luc Dehaene: “De Vlaamse Mediamaatschappij zit hier, evenals Videohouse en Vitaya, en Woestijnvis komt binnenkort ook. Ook heel wat spelers uit de logistieke sector vinden hun weg naar Vilvoorde. Komatsu heeft hier haar Europees hoofdkwartier en bedrijven als C&A en ISS vestigden eveneens hun hoofdzetel in onze gemeente.”
Vlakbij de luchthaven
Brabant Manager: Vilvoorde is strategisch gelegen?
Jean-Luc Dehaene: “Jawel, de luchthaven ligt op een boogscheut en we zitten vlak aan de Brusselse Ring en de E19. Dankzij de ontwikkeling van de HST en de spoorverbinding met de luchthaven zal onze ligging nog interessanter worden. Het centrum van de stad is ook almaar aantrekkelijker geworden en uitgegroeid tot een aangenaam handelscentrum, waar de horeca een sterke ontwikkeling kent. Stuk voor stuk aspecten die het wonen en werken in Vilvoorde aangenaam maken.”
Brabant Manager: Wat worden de aandachtspunten van het beleid voor de nieuwe legislatuur?
Jean-Luc Dehaene: “We willen de transformatie van een industriële naar een moderne stad voortzetten. De recuperatie van de oude terreinen, het consolideren en beschikbaar maken van het bestaande groen voor recreatie, de netheid van de stad en de veiligheid,… dat blijven de hoofdpeilers van het beleid. Bovendien wordt het een permanente uitdaging om Vilvoorde Vlaams te houden, want ondanks de migratie vanuit Brussel naar de randgemeenten moeten we het Vlaamse karakter gaaf kunnen houden.”
Stad Vilvoorde wint e-Gov award
De stad Vilvoorde won bij de uitreiking van de e-Gov awards 2006 de award in de categorie ‘Verbeterde dienstverlening aan ondernemingen – gemeentelijk niveau’. Samen met de dienstverlenende vereniging Cipal ontwikkelde de stad Vilvoorde Nestor On Line. Via dit digitaal loket kunnen ondernemingen de status van bouwvergunningen online opvolgen. De dienst is ook beschikbaar voor de gewone burger. Eerder creëerde het stadsbestuur ook al de mogelijkheid aan de bevolking om meldingen op een gestructureerde manier digitaal door te geven. Een volgende stap was de mogelijkheid om attesten van de dienst bevolking on line op te vragen via de elektronische identiteitskaart. Dit bespaart de burger heel wat werk en het geeft daarnaast binnen de toepassing dossierbeheer de garantie van authenticiteit. Door een combinatie van dit en de toepassing Nestor On Line krijgen architecten de mogelijkheid om via internet een permanent overzicht te houden van al hun bouwdossiers met status van behandeling. De nieuwe loketfunctie is continu beschikbaar zeven dagen op zeven en 24 uur op 24.