Verkoop van cabrio’s is in vijf jaar verdubbeld

De zomer staat voor de deur, de hardtops kunnen weg en het dak van cabrio’s kan weer worden afgestoft. Althans zo was het vroeger, maar dat typische lentecliché is helemaal voorbijgestreefd. De huidige generatie cabrio’s komt meer dan ooit tot zijn recht in elk weertype. Geen wonder dat de verkoop in nauwelijks vijf jaar tijd verdubbelde. In 2001 werden in België 6.738 cabrio’s ingeschreven. Vorig jaar bedroeg dat aantal zelfs 13.134 wagens, goed voor een stijging in het marktaantal van 1,4 naar 2,5 procent.

Autorijden is emotie en een cabriolet was daar altijd het meest extreme voorbeeld van. Een open auto had evenwel een aantal intrinsieke ongemakken zoals een kleine koffer, de geur van uitlaatgassen, een lekkend of tochtend dak en eenslechte wegligging door de geringe stijfheid van het koetswerk. Deze nadelen werden nog wel gecompenseerd door dat ongeëvenaarde gevoel van vrijheid dat je krijgt als je haren in de wind wapperen, maar innovaties op dat vlak waren noodzakelijk. Ook het imago van de cabrio, als dé auto van sport- of showbizzsterren, kon deze gebreken niet compenseren. In de jaren ‘90 is alles in een stroomversnelling gekomen met twee technologische revoluties die van de cabrio een auto voor elke dag én alle weer hebben gemaakt. Om te beginnen: de evolutie in dieselland. Bij Peugeot, dat de twee bestsellers onder de cabrio’s in huis heeft, worden evenveel diesels als benzine-versies verkocht. Idem dito bij Saab, al decennialang een blijver in de cabriomarkt. “Wij zijn al jaren de koploper bij de cabrio’s met vier plaatsen. De diesel heeft daarbij zeker geholpen,” merkt Saab-woordvoerder Umberto Stefani op. “Moderne motoren met hun deeltjesfilters hebben ook komaf gemaakt met de hinderlijke geur, tot dan toch het grootste probleem van de cabrio.” Daarnaast passen de karakteristieken van een diesel gewoon bij topless rijden: veel koppel in de lage toeren, rustig en soepel cruisen door mooie landschappen, of stapvoets paraderen langs de zomerse terrasjes. Specifiek voor ons land speelt natuurlijk mee dat de cabrio’s dankzij hun dieselmotoren fiscaal veel aantrekkelijker zijn geworden.

Het ingenieuze vouwdak

Naast de dieselmotoren heeft de komst van het metalen vouwdak voor een belangrijke revolutie gezorgd. Hoewel je zou kunnen teruggaan tot de Peugeot 401 Eclipse uit de jaren ‘30, is het eigenlijk Mercedes dat in de jaren ‘90 de doorbraak geforceerd heeft met de SLK. In 1996 pakte de Duitse autoconstructeur uit met het vario-dak, evenwel ontwikkeld samen met het Amerikaanse bedrijf CTS. De voordelen zijn duidelijk: in een mum van tijd wordt je wagen van coupé omgetoverd tot carbriolet. Eén druk op de knop volstaat en in minder dan dertig seconden is het dak eraf. Het kan zelfs rijdend, zij het aan geringe snelheden. Gedaan ook met lekken, insluipende koude of windruis. Dankzij de ingenieuze dakconstructie is de cabrio een all weather-auto geworden en Mercedes kreeg dan ook snel navolging. In top tien van meest verkochte bestsellers staan nu acht coupé-cabrio’s met zo’n metalen vouwdak. De eerste uitzondering in die top tien is de Saab 9-3, die blijft zweren bij een stoffen dak. “Net zoals Bentley en Rolls-Royce,” merkt zegsman Stefani fijntjes op. “Een Saab-rijder wil geen gewoon merk. Onze klanten zijn mensen die best wel een BMW kunnen betalen, maar liever iets anders hebben dan de anderen. Onze vierzitter met stoffen dak biedt ook meer kofferruimte en een moderne kap is ook bestand tegen elk weerstype.”

Mercedes uitvinder, Peugeot trendsetter
De Mercedes SLK was in 1996 de eerste cabrio met een stalen vouwdak, maar de echte doorbraak kwam er met de Peugeot 206 coupé-cabrio. Het model was zelfs in het laatste jaar van zijn levenscyclus (2006) de bestseller, vóór grote broer 307 CC. Eén cabrio op vijf is tegenwoordig een Peugeot. De nieuwe 207 CC torst dus een zware erfenis…

Niettegenstaande de vouwdakinnovatie heel wat mogelijkheden impliceert, biedt een stoffen dak nog steeds tal van voordelen. Het is lichter, goedkoper, neemt minder plaats in beslag en is – zeker in gesloten toestand – veel eleganter. Maar Saab – zo bevestigt Umberto Stefani – sluit niet uit dat het in de toekomst ook omschakelt naar een stalen dak, zoals Volvo met de C70 en BMW met de 3-reeks dat al deden.

Vrouwenauto

Wie koopt al die cabrio’s? Veel vrouwen, dat is duidelijk. Peugeot spreekt zelfs van 57 procent vrouwen voor de 206 CC en 41,6 procent voor de 307 CC. “Bij Saab ligt dat cijfer officieel op 30 procent,” aldus Umberto Stefani. “Maar in realiteit zijn het er meer. Mannen geven zo’n wagen cadeau aan hun vrouw. Of hij wordt gekocht voor de vrouw, maar wordt ingeschreven op naam van de man.” Het aandeel van de carbio op de fleet-markt blijft wat achter. Veel heeft te maken met de car policy binnen bedrijven waarin cabrio’s net als terreinwagens geweerd worden. Umberto Stefani: “Bazen hebben niet graag dat hun medewerkers met een blitse cabrio rijden. Ze zijn nog altijd minder aanvaard. Als bedrijfswagen bedoel ik dan, want privé zijn de mensen veel minder verlegen dan vroeger. Een cabrio werd vroeger als ‘stoeferig’ ervaren. Vandaag niet meer. Integendeel zelfs. Cabrio rijden wordt ervaren als goed voor je imago.”