Steeds meer bedrijven installeren bewakingscamera’s. Maar als ze dienen om frauderende medewerkers te betrappen of de werklust van het personeel te controleren, dan kan het niet volgens de wet. “De huidige wetgeving is veel te streng,” oordeelt Davy Van Dooren van veiligheids- en preventiespecialist Safecon.
“Cameracontrole op de werkvloer moet absoluut kunnen”
“Iedereen heeft recht op privacy, maar bepaalde zaken moeten volgens mij wél kunnen. Momenteel is er een absurde overbescherming. Dit gaat zelfs zo ver dat een werknemer die steelt, onwettig afwezig is of zich de hele dag bezighoudt met surfen op het internet, zich kan verschuilen achter de privacywetgeving als zijn werkgever dat gedrag met camerabeelden aantoont. Als werkgever heb je toch nog iets te vertellen in eigen huis? Zelfs professoren als Roger Blanpain – dé autoriteit op vlak van arbeidsrecht – moeten toegeven dat de wetgeving niet aangepast is aan de actuele omstandigheden. In drie jaar tijd verdrievoudigde het aantal geregistreerde camera’s tot 200.000.”
Andere wetgeving
Volgens Van Dooren is er dringend een aangepaste wetgeving nodig. “Zo moet het absoluut kunnen dat een bedrijfsleider een camera ophangt in een landschapsbureau om de algemene gang van zaken op te volgen. Je kent het verhaal wel in vele kmo’s: als de kat enkele uren of een dag van huis is, dansen de muizen op tafel. Verborgen camera’s om de werknemers stiekem te bespieden, zijn dan weer een stap te ver. Ik wil absoluut ook geen camera’s in sanitaire ruimten of iets dergelijks.”
Openheid en transparantie
Davy Van Dooren pleit voor openheid als het op camera’s aankomt. “Ik vind het perfect kunnen dat een bedrijfsleider op een aantal duidelijk zichtbare plaatsen camera’s ophangt en dat hij openlijk communiceert dat deze ook dienen voor de sociale controle. Hij kan dit bijvoorbeeld opnemen in het arbeidsreglement. Als er sprake is van fraude, diefstal, geweld, pesten, seksuele intimiteiten of misbruik van vertrouwen door werknemers moeten deze beelden absoluut gelden als rechtmatig bewijs. Verder sta ik achter het principe dat de camera’s geregistreerd moeten worden bij de privacycommissie en dat het beeldmateriaal slechts een beperkte periode mag bewaard blijven. Maximum zeven dagen lijkt me geschikt.”