Kruishoutem als poort van de Vlaamse Ardennen naar de steden toe

 Joop Verzele.
Joop Verzele.

Dat de mooie landelijke gemeente Kruishoutem werd uitgeroepen tot bijzonder economisch knooppunt, valt niet te verbazen. Als een groene oase tussen Waregem, Oudenaarde en Deinze staat deze historische gemeente, gekend voor de vroegere eiermarkt, haar mannetje en is ze een vooruitstrevend toonbeeld naar de omliggende steden en gemeenten toe hoe industrie, landbouw en de lokale bewoner hand in hand kunnen gaan.

M.M.: Wat zijn de economische troeven van Kruishoutem?

Burgemeester Joop Verzele: “Kruishoutem haar grootste troef schuilt in haar ligging. Dankzij de nabijheid van de E17 en de 8 gewestwegen, kon onze gemeente sterke bedrijven aantrekken. Samen met onze goede buur Zulte, delen we een uit de kluiten gewassen industriezone, beschikken we over een ambachtelijke zone, en onze gemeente en haar deelgemeenten worden mede versterkt door de aanwezigheid van enkele grote, zijnde niet de grootste namen binnen de horeca: ereburger Peter Goossens en zijn lieftallige Lieve hebben Kruishoutem mee op de kaart gezet dankzij het ‘Hof van Cleve’.”

M.M.: Wat zijn de economische uitdagingen van Kruishoutem?

“Zoeken naar uitbreiding zonder het landelijke karakter van de gemeente te schaden, blijft een grote uitdaging. Blijvend aan de mouw trekken van andere overheden hoort hier onlosmakelijk bij,” aldus Verzele. “Ook is het inzetten op constant overleg met de ondernemers van de bedrijventerreinen De Prijkels, Hoogmolen en Zaubeek van groot belang. Schepen van lokale economie Robrecht Bothuyne zet hier hard op in, en dat werpt zijn vruchten af. Zo werd de infrastructuur van industrieterrein De Zaubeek opnieuw aangelegd en uitgebreid met een complete fietsverbinding. Industrie, werkgelegenheid en beweging hand in hand!”

M.M.: Hoe houdt de kleine zelfstandige zich recht als je omgeven wordt door 3 grote steden op minder dan 10km afstand?

“Ook hier zetten we in op geregeld overleg met ons gemeentebestuur. Persoonlijk contact tussen en naar onze lokale handelaars wordt in onze gemeente hoog in het vaandel gedragen. We zetten de kleine zelfstandige aan om expert te worden in hun domein en zo de grote concurrentie te overstijgen. We investeren tevens in de heraanleg van het centrum, en pogen zo nieuwe zaken aan te trekken en te centraliseren naar de kern toe. Dankzij ons ruime parkeermogelijkheden, kan de plaatselijke middenstand en horeca beter bediend worden. Daarnaast zijn we samen met Unizo één van de vier pilootgemeenten voor het project ‘Kruishoutem, bedrijvige kern’. Vooruit kijken en meestappen in een toekomstgericht project, kan resulteren in nieuwe mogelijkheden voor onze zelfstandigen.”

M.M.: Wat zijn de belangrijkste (economische) plannen voor de volgende jaren?

“De uitbreiding van de diverse industriezones worden onder de loep genomen. Zo is de ontsluiting via het op- en afrittencomplex via de rotonde reeds voorzien voor wat betreft De Zaubeek. Industriezone De Prijkels zal in samenwerking met de stad Deinze en de gemeente Nazareth worden uitgebreid, waarbij ruime aandacht voor de fietser zal worden besteed,” aldus Verzele.

“Verder focussen we vooral op het onderzoeken van de mogelijkheid tot groene energie en een energievriendelijke, koolstofarme economie, in samenwerking met de omliggende steden. We stapten als tweede gemeente van de provincie mee in het project ‘Kruishoutem, energie neutraal’, opgezet door de provincie Oost-Vlaanderen en Eandis. Hiervoor zijn we op zoek naar energiecoaches en plannen we energiecafé’s om bewustwording te realiseren. Via het EIVLA (Economisch Initiatief Vlaamse Ardennen) worden tal van initiatieven genomen om tot energievriendelijke vooruitzichten en maatregelen te komen. We werken hieromtrent reeds jaren samen met de steden Oudenaarde en Ronse. Vandaag dienen we eveneens een project in samen met de steden Oudenaarde en Ninove ter bevordering van een koolstofarme economie. Hiervoor zullen we starten met het nagaan van de mogelijkheden tot een verhoogde energie-efficiëntie van onze kmo’s. Hopelijk volgt het EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) dit project,” besluit Verzele.

Eerdere Artikelen