Hoe dwingt u toch een ongeldig niet-concurrentiebeding af?

brandbeeld + tekst_rgb_low

In het algemeen kan gesteld worden dat niet-concurrentiebedingen geldig zijn indien zij beperkt zijn in tijd, ruimte en activiteit. De partij in wiens voordeel het beding is opgesteld, moet daarenboven een voldoende en rechtmatig belang hebben bij de beperking van de vrijheid die hij oplegt. Sommige wetgeving, zoals het arbeidsrecht, bepaalt uitdrukkelijk de maximumduur van niet-concurrentiebedingen.

 

Moet een rechtbank een ongeldig niet-concurrentiebeding nietig verklaren?
Ja. Indien de rechter zou oordelen dat de beperkingen niet redelijk zijn, omdat bijvoorbeeld de duur van het concurrentiebeding te lang is, moet de rechter het niet-concurrentiebeding nietig verklaren, waardoor het zonder toepassing blijft. Dit is natuurlijk niet de bedoeling.

Kunnen partijen de gevolgen van de sanctie beperken?belexa_0038_rgb_low
Partijen kunnen in hun overeenkomst de rechtbank de bevoegdheid geven om een ongeldig niet-concurrentiebeding te matigen tot hetgeen wettelijk toelaatbaar is. Het Hof van Cassatie heeft in haar arrest van 23 januari 2015 geoordeeld dat een rechtbank dergelijke afspraken tussen partijen niet mag negeren.

Ondernemingen hebben dus zelf de sanctie van een ongeldig niet-concurrentiebeding in de hand. Willen zij de integrale nietigheid vermijden, dan moeten zij dit uitdrukkelijk voorzien in hun overeenkomsten.

Benoit Beele
Belexa Advocaten

Eerdere Artikelen