Het zomert nog wel even. Toch kijken wij al uit naar het najaar, meer bepaald naar een weekendje Parijs. De prachtige herfstkleuren in het Bois de Boulogne, de opening van een bijzondere tentoonstelling in het Musée Jacquemart-André of een wandeling door een authentiek stukje Parijs. Je weet ons te vinden!
Massa’s toeristen? Niet in La Butte aux Cailles!
Parijs is de meest populaire reisbestemming ter wereld. Jaarlijks lokt ze tientallen miljoenen bezoekers. Maar maak je geen zorgen, er bestaan heus nog onbekende plekjes die niet overspoeld worden door hordes toeristen. Neem nu La Butte aux Cailles, een bijzonder stukje Parijs op een 63 meter hoge heuvel in de omgeving van de Place d’Italie. Ga je met de metro, dan stap je best af aan halte Corvisart. Even verderop, aan je linkerzijde, neem je dan de doorgang die onder een flatgebouw loopt. Dit mooie parkje waarin je terechtkomt, vormt het ideale startpunt van een bijzondere ontdekkingstocht door een al even bijzondere wijk. Schilderachtig en verademend, maar bij voorkeur wel te ontdekken zonder high heels aan je voeten!
Op het menu? Alvast geen exclusieve boetieks, drukbezochte musea of bussen vol toeristen. Wél kleine, originele winkeltjes, charmante bars en bistro’s. In de centrale straat Rue de la Butte aux Cailles, bijvoorbeeld. Maar ook een allegaartje aan stijlen: van dorpsstraten en tuinwijken tot rijke art-decohuizen, en zelfs 40 vakwerkhuisjes – Petite Alsace – in de Rue Daviel. En op de Place Paul Verlaine vind je een van de oudste zwembaden van Parijs. Niet alleen architecturaal een pareltje, de zwembaden worden vandaag nog steeds gevuld met water dat afkomstig is uit een meer dan 500 meter diepe welput.
Bron: frankrijkbinnendoor.nl
Bois de Boulogne, de groene long van Parijs
Het Bois de Boulogne wordt wel eens de groene long van Parijs genoemd. Het wereldvermaarde park ligt in het 16de arrondissement van de lichtstad en is maar liefst 846 hectare groot. Het heeft, en dat is uiteraard niet verrassend in een stad als Parijs, een rijke geschiedenis. Toevluchtsoord voor dieven en zwervers, koninklijk jachtterrein, een plek om te feesten,… Pas in de 18e eeuw werd het officieel een park, en vormden de bestaande gebouwen een ideaal oord voor frivole theatervoorstellingen. Ongetwijfeld ken je ook het schilderij van Manet, Le déjeuner sur l’herbe, waarmee de schilder de prostitutie in het Bois de Boulogne wilde aankaarten. Maar vandaag is het toch vooral bekend en populair voor een wandeling, fietstochtje of ritje te paard. Kronkelpaadjes, grasvelden, beken en meertjes, wat heb je meer nodig om tot rust te komen? Nergens drukken de seizoenen meer hun stempel dan in deze groene oase. Het park heeft daarnaast nog een paardenrenbaan én wordt één keer per jaar, tijdens Rolland Garros, overspoeld door tennisliefhebbers – de tennisbanen van Roland Garros liggen aan de rand van het park. Nog een tip? Misschien kan je je kinderen verrassen met een bezoekje aan Le Jardin d’Acclimatation, een klein pretpark. Het park biedt diverse attracties, een kinderboerderij, speeltuinen, maar ook educatieve workshops enz. Een aanrader voor groot en klein.
Musée Jacquemart-André, een unieke inkijk in grandeur en luxe
Wil je wel eens weten hoe een rijke Parijse familie in de 19e eeuw woonde? Zet het Musée Jacquemart-André dan zeker op je Parijse must-visitlijstje. Het prachtige museum – een van onze persoonlijke favorieten! – is ondergebracht in het imposante stadspaleis van het echtpaar Edouard André en Nélie Jacquemart. Hun favoriete bezigheid? Kunst verzamelen. En dat deden ze vooral tijdens een van hun vele reizen door Europa en het Midden-Oosten. Hun ‘souvenirs’, waaronder zelfs fresco’s van Tiepolo, kregen een plekje in hun optrekje, dat trouwens nog steeds voorzien is van zijn originele inrichting. Verwacht je dus niet alleen aan een prachtige kunstcollectie met onder andere werken van Botticelli, Donatello, Rembrandt en van Dyck, maar ook aan een unieke inkijk in de grandeur en de luxe waarin het koppel dagelijks leefde. Dat het echtpaar tuk was op een feestje, zo nu en dan, blijkt uit het hydraulische systeem waarmee enkele wanden zijn uitgerust. Daarmee konden deze wanden onder de vloer verdwijnen om zo alle ruimte te creëren voor de vele gasten.
Op 11 september gaat in het museum een nieuwe tijdelijke tentoonstelling van start die focust op werken van grote Florentijnse portretschilders uit de 16e eeuw als Bronzino, Salviati en Pontormo.