De economische bedrijvigheid in Beveren wordt voor het overgrote deel bepaald door de nabijheid van de Antwerpse haven. Wat wel eens vergeten wordt, is dat de haven voor een deel gelegen is op Bevers grondgebied. Denk aan de Kallosluis. Voor de verdere economische uitbouw van zijn gemeente kijkt burgemeester Marc Van de Vijver dan ook uit naar de expansie van de haven. “Die moet niet alleen de rechtstreekse tewerkstelling verhogen, maar ook onrechtstreekse tewerkstelling genereren,” zo vindt hij. “In eerste instantie vaart de logistieke sector – en dan zeker die met toegevoegde waarde – hier wel bij. Al moeten we zonder meer aandacht hebben voor de mobiliteitsproblemen die met een uitbreiding gepaard gaan.”
Vlaanderen Manager: Wat zijn de economische troeven van Beveren?
Marc Van de Vijver: “Beveren is een unieke gemeente. Wie van de ene naar de andere gemeentegrens rijdt, passeert er de meest landelijke stukjes Waasland naast typisch poldergebied, verstedelijkte centra en uiteindelijk een wereldhaven. En dat laatste is zonder twijfel de motor van onze gemeentelijke economie. Door zijn specifieke ligging op de linkeroever van de Schelde is het Waasland, en Beveren in het bijzonder, enorm verbonden met de Antwerpse haven. Op dit ogenblik werken enkele duizenden inwoners van onze gemeente in een van de vele havenbedrijven. Die situatie vindt zijn oorsprong in het verre verleden, toen de meeste dokwerkers uit het Waasland kwamen en toen boerenzonen, voor wie te weinig toekomst was weggelegd op het ouderlijk landbouwbedrijf, een eigen natie begonnen.”
Vlaanderen Manager: Het feit dat bedrijven zich aan de ‘Antwerpse’ haven vestigen, maar dan op Bevers grondgebied, heeft wellicht zijn gevolgen voor hun vergunningen.
Marc Van de Vijver: “Inderdaad. Men vergeet wel eens dat het gemeentebestuur een vinger in de pap heeft als het gaat om milieu- en bouwvergunningen. We hebben weliswaar geen beslissende bevoegdheid omdat het meestal om klasse 1-vergunningen gaat, maar de hogere overheid wacht in elk geval ons advies op. En dat levert soms wat wrijvingen op. Zo gebeurt het wel eens dat het Gemeentelijk Havenbedrijf, als uitbater van de haven, een concessie verleend aan één of ander bedrijf, terwijl datzelfde bedrijf later voor de bouw- en milieuvergunning ons gemeentelijk advies moet passeren. Zo blijkt een Seveso-bedrijf uit de ‘cleaning-sector’ een concessie te hebben verkregen, maar de gemeente heeft toch een negatief advies gegeven voor het verkrijgen van een bouw- en milieuvergunning. Als gemeentelijke overheid moeten we immers ook rekening houden met de leefbaarheid en die bleek volgens onze inwoners in het gedrang te komen.”
Meer overleg nodig
Vlaanderen Manager: Is er dan geen overleg tussen de gemeente en het Gemeentelijk Havenbedrijf?
Marc Van de Vijver: “Blijkbaar nog onvoldoende. Om dit soort moeilijke situaties te vermijden, pleit ik voor voorafgaandelijk overleg tussen het gemeentebestuur en het Gemeentelijk Havenbedrijf van de stad Antwerpen, zodat we van bij het begin van een aanvraag zouden kunnen rekening houden met mekaars gevoeligheden. We merken echter ook dat meer en meer grote bedrijven intussen weten dat er
naast Antwerpen nog een andere speler betrokken is, namelijk het gemeentebestuur van Beveren. Vertegenwoordigers van grote ondernemingen als P&O nemen daarom ook spontaan met ons contact
op om één en ander te bespreken.”
Vlaanderen Manager: Bestaat er een vorm van geregeld overleg tussen gemeentebestuur en ondernemingen?
Marc Van de Vijver: “We hebben sinds vorig jaar een contactdag voor bedrijven in het leven geroepen. Bedoeling is om ondernemers en politici op een informele manier met elkaar in contact te brengen. De eerste editie was alvast een succes en ook voor dit jaar doen we de contactdag nog eens over. Ander gestructureerd overleg in de vorm van bijvoorbeeld een werkgroep bestaat er niet.”
Ontsluiting Oosterweelverbinding
Vlaanderen Manager: Hoe kijkt u aan tegen het mobiliteitsvraagstuk waarmee ook uw gemeente als onmiddellijke buur van de haven geconfronteerd wordt?
Marc Van de Vijver: “Met de groei van de Waaslandhaven en de toename van het aantal ondernemingen in de onmiddellijke omgeving neemt uiteraard de trafiek van vooral vrachtwagens toe. Dat is een problematiek waarvoor alle partijen samen met de overheid naar een oplossing moeten zoeken. De ontsluiting via de Oosterweelverbinding, waaraan in 2007 of 2008 zal begonnen worden, is een goede zaak. Het maakt een rechtstreekse verbinding tussen linker- en rechteroever mogelijk. Dat op die weg tolgeld betaald zal moeten worden, vind ik oké. We moeten dat zien als een vorm
van publiek-private samenwerking waardoor bepaalde infrastructuurwerkzaamheden veel vroeger kunnen voorzien worden. Er is echter één ‘maar’. De overheid moet er namelijk op toezien dat het invoeren van tol op wegen niet exclusief wordt voorbehouden voor de Antwerpse regio. In zo’n geval is die tol voor onze regio een concurrentieel nadeel.”