Jo Legiest en zijn vrouw Christine Van Hoecke startten goed tien jaar geleden met Jo.mode, destijds een vernieuwend concept waarbij verschillende bekende modelabels onder één dak werden samengebracht. De zaak floreerde in dé bloemengemeente Lochristi en verdubbelde prompt in omvang. “Ik bewonder mensen als Giorgio Armani. Om zijn collecties, maar ook om zijn visie,” zegt Jo Legiest. Maar wat zijn de dada’s achter Emporio Jo.mode?
“Op skivakantie kan ik ontzettend uit de bol gaan op schlagermuziek, met z’n allen genieten van een schnaps en Duitstalige hoempapa.”
DOOR JAN JACOBS (TEKST)
WOUTER VAN VAERENBERGH (FOTO’S)
De Antwerpsesteenweg in Lochristi – de suburbia van Gent – heeft alles van een Route 66. Het is aan deze steenweg dat Jo Legiest (50) en Christine Van Hoecke (48) in het millenniumjaar een eigen modezaak startten. Het stond bijna in de sterren geschreven, zo blijkt. “Ik groeide letterlijk op tussen de kleren,” begint Jo. “Mijn ouders hadden namelijk een modezaak aan de Antwerpsesteenweg in Sint-Amandsberg waar ik zelf ook 15 jaar in heb meegewerkt. Tot mijn vrouw en ik besloten om voor eigen rekening te beginnen in Lochristi.”
Het was een berekend risico om aan deze belangrijke verkeersader een nieuw concept te lanceren. “In die tijd had je langs de grote invalswegen winkels van grote multi-merkenketens, die vooral inzetten op lage prijzen. De boetieks in de centra waren dan weer hoger gepositioneerde mono-brandwinkels. Het was van meet af aan de bedoeling om met Jo.mode een baanwinkel te openen waarin verschillende mooie en tegelijk kwalitatieve merken aan bod komen.” Voor hij en zijn vrouw met hun nieuwe concept startten, zochten ze inspiratie in Londen, Parijs en Amsterdam om een duidelijke stijlvisie uit te stippelen. Op de plek waar de winkel is gebouwd, stond voordien een oude bloemenserre, die ze ook hebben geïntegreerd in hun nieuwe zaak. Intussen is de zaak van 400 m² uitgegroeid tot 1.000 m² en er werken vandaag 16 mensen in de zaak.
Hoe zet je de zakelijke besognes van je af?
“Mijn vrouw en ik zijn niet uitzonderlijk sportief aangelegd, maar we spelen wel eens een partijtje tennis en zelf ben ik dol op golf. Alleen hebben we te weinig vrije tijd om ons echt te bekwamen in die sporten. En wie ooit op de golfbaan stond, zal beamen dat het een uitgesproken technische sport is, die veel oefening vergt. Misschien kunnen we dat later nog goed maken.”
“Een skivakantie proberen we ook af en toe in te lassen. Daarvan komen we telkens als herboren terug. En tussendoor proberen we ontspanning te zoeken door al eens te gaan fietsen. Op zondag werken we tot ruim na de middag, dus dat is niet echt een rustdag, maar ‘s maandags is de zaak gesloten en dan gaan we wel eens naar zee. Niets leuker dan te fietsen op de zeedijk als er nauwelijks mensen te bespeuren zijn. We zijn erg sociaal, maar soms is enige rust echt welkom.” (lacht)
LAND VAN RHODE EN BUFFALO’S
Hoe komt dat sociale aspect van jouw persoonlijkheid tot uiting?
“Ik ben al 15 jaar stichtend lid van de Kiwanis in Oosterzele. Oosterzele Land Van Rhode om precies te zijn. Bovenal ben ik een nogal fervent supporter van AA Gent. Elke thuiswedstrijd van de Buffalo’s zitten we met het hele gezin in de tribune. En wanneer de spelers en de technische staf van AA Gent uitgaan, zitten ze strak in een Jo.mode pak. Uiteraard. Zo dragen wij ook ons steentje bij tot het succes van de Buffalo’s.”
Bezige bijen hebben vaak moeite met stilzitten, ben je op vakanties aan het zwembad te vinden of trek je er eerder graag op uit?
“Goh, we trekken er toch graag op uit ja. We proberen elk jaar één grote reis te maken en nog niet zo lang geleden zijn we naar Canada geweest. En vorig jaar was het India. Toen ging het om een inleefreis: met enkele jeeps door het platteland trekken, overnachten in heel bescheiden hotels en inzake eten waren het de chauffeurs die onderweg kookten voor de groep.”
Klinkt erg avontuurlijk, dat laat vast een indruk na?
“We zijn echt wel op heel afgelegen plaatsen geweest. Toen we de kinderen een snoepje gaven, wisten ze niet eens wat dat was.
Ook fototoestellen werden argwanend bekeken. Sommigen hadden volgens mij nooit eerder een westerling gezien. Met dergelijke vakanties krijg je een unieke kans om je volledig onder te dompelen in de plaatselijke cultuur. En de Indische keuken is natuurlijk superlekker en gezond: veel rijst, veel groenten, heerlijke sausjes en weinig alcohol.”
BON VIVANT
Ontwaren we hier een liefhebber van de verfijnde gastronomie?
“Mijn vrouw kan er wat van. Ze heeft alle nodige diploma’s op zak om zelf kookcursussen te geven, dus dat kan tellen. Omdat we zo’n druk leven hebben, opteren we er vaak voor om uit eten te gaan. Ik ben een groot liefhebber van de Belgische keuken, al komen we net zo goed over de vloer bij de Italiaan, de Griek of de Aziaat.”
En waar haal je de meer esthetische geneugten?
“Architectuur en design boeien mij en vaak ondernemen we een citytrip om op dat vlak ons hart op te halen. Zo een reis is niet compleet zonder een bezoek aan een museum met hedendaagse kunst. Ook Gent heeft veel te bieden op cultureel gebied. We wonen op een steenworp van Studio Skoop, een gezellige bioscoop waar ze de betere films draaien. En nog niet zo lang geleden hebben we in zaal Capitole, ook al om de hoek, een operavoorstelling bijgewoond. En dan is er nog het S.M.A.K. waar je de beste hedendaagse kunstenaars kan bewonderen. Altijd de moeite.”
VERDI EN ARMANI
Ben je daarom in de stad gaan wonen? Om alles binnen handbereik te hebben?
“Mijn vrouw en ik woonden voordien in een woning met tuin in Sint-Amandsberg. Toen we dat inruilden voor een flat aan het Sint-Annaplein – in het hart van de stad – hebben we ons dat geen moment beklaagd! Gent is een fantastische stad om in te wonen. We kunnen alles te voet doen en er is altijd wel iets te beleven. Het aantal studenten neemt steeds toe en dat geeft de stad een vernieuwd elan. Het enige waar het Gent volgens mij wat aan ontbreekt, is een langetermijnvisie op de stadsarchitectuur. Valencia is een schitterend voorbeeld van hoe het wel kan, maar hier zie ik weinig zaken waar de mensen over pakweg 100 jaar nog zullen komen naar kijken.”
Je sprak over de opera, schuilt er een melomaan in je?
“Nee, eigenlijk niet. Het was de eerste keer dat we een operavoorstelling hebben gezien. Een werk van Verdi. Man, dat heeft me werkelijk van mijn sokken geblazen. Het smaakt naar meer, al kunnen we ontzettend genieten van de stilte.”
“Anderzijds – en nu komt het – kan ik op skivakantie ontzettend uit de bol gaan op schlagermuziek. Na een dagje skiën met z’n allen genieten van een schnaps en Duitstalige hoempapa, het is misschien niet cultureel hoogstaand maar de sfeer zit er telkens weer in.”
Wie bewonder je ten slotte in jouw vakgebied, de modewereld?
“Wel, bij de opening van een winkel in Antwerpen ontmoette ik recent Paul Smith. Dat was een openbaring: zo een eenvoudige en bereikbare man. Ik stond er echt van versteld. Internation
aal is Giorgio Armani voor mij de absolute top. Niet alleen om zijn schitterende collecties, maar ook omwille van zijn visie én vakkundig opgebouwd succes. Armani heeft altijd dat ietsje meer.”