Ivan Sabbe is de architect van de succesvolle uitbouw van de Lidl-keten in België en Luxemburg. Hij zetelde 5 jaar in het Vlaams Parlement. Vandaag staat hij aan het roer van foodservice bedrijf ISPC met vestigingen in Gent, Luik en Brussel. De CEO pleit voor een beleid dat meer oog heeft voor het ondernemerschap.
“In elke maatschappij heb je ondernemers broodnodig. Zij nemen initiatieven, creëren economische meerwaarde en tewerkstelling. En precies die tewerkstelling zorgt voor welvaart en voorkomt armoede. Ondernemers nemen andere mensen mee op sleeptouw, motiveren en begeesteren ze. Het is die zin voor ondernemen die Vlaanderen tot één van de welvarendste regio’s van de wereld gemaakt heeft.”
M.M.: Waar zit dan precies het probleem?
“In politieke middens onderstreept men voortdurend het belang van de ondernemingen voor onze maatschappij, maar doorgaans blijft het bij lippendienst. Niemand voegt de daad echt bij het woord. Integendeel, men maakt het ondernemen alsmaar moeilijker en minder aantrekkelijk voor jonge mensen.”
M.M.: Op welke manier?
“Toen ik Lidl opstartte in 1993 volstonden zeven vergunningen om een nieuwe supermarkt te openen. Tegen 2006 waren dat er al zevenentwintig! Dat toont overduidelijk aan dat het er niet eenvoudiger op wordt. Er pakken zich donkere wolken samen, het ondernemingsklimaat gaat er telkens weer op achteruit. Die situatie baart mij echt zorgen.”
M.M.: U zetelde vijf jaar in het Vlaams Parlement. Hoe kijkt u daarop terug?
“Iedereen in het Parlement heeft er de mond vol van dat de KMO’s de ruggengraat van de Vlaamse economie zijn, maar als je dan kijkt naar wat men concreet beslist zoals 1) het optrekken van de liquidatiebonus van 10 naar 25%, 2) het verviervoudigen van het VAA op een bedrijfswagen, 3) het optrekken van de roerende voorheffing op de intresten van de rekening courant van 15 naar 25% enz… Tja. Dan stel ik mij de vraag: hoe gaan we de volgende generaties talentvolle jongeren stimuleren om te ondernemen? De overheid stelt zich alvast niet bepaald op als een partner, met een stugge ambtenarij en de vele regelgevingen.”
M.M.: Waarom neemt niemand dan zijn politieke verantwoordelijkheid op?
“Onder de 124 Vlaamse parlementariërs waren er in de voorbije legislatuur welgeteld drie actieve ondernemers. Dan word je niet gehoord als je de vraag stelt naar de gevolgen van bepaalde maatregelen voor het bedrijfsleven. Kortom, we hebben meer de stem nodig van de ondernemers in de politiek.”
M.M.: Waarom zetten niet meer ondernemers de stap naar de politiek?
“Het is hun corebusiness niet en ze hebben er ook geen tijd voor. Tegen die achtergrond vind ik dat ondernemersorganisaties als UNIZO en VOKA al te vaak aan de zijlijn staan schreeuwen. Ze zijn gewoon ondervertegenwoordigd in het beleid. Het is duidelijk dat er in de wetgeving een aantal zaken moeten gebeuren, maar zolang zij geen mensen afvaardigen in het parlement om te waken over de belangen van de ondernemingen, zal er weinig veranderen.”
M.M.: Laat ons eindigen met een positieve noot: hoe kunnen we jonge ondernemers aanmoedigen?
“Ondernemen blijft fantastisch. Met een groep enthousiaste mensen krijg je de kans om jezelf te ontplooien, om samen iets uit te bouwen dat er staat. In elke generatie zijn er gelukkig nog altijd mensen die ervoor gaan. Er is dus nog hoop.”