De visie van de Confederatie Bouw en Bouwunie :
Het heeft er alle schijn van dat de (zeven) magere jaren voor de bouwsector zijn aangebroken. De meeste indicatoren laten namelijk zien dat de bouw aan het einde van zijn groeicyclus is gekomen. Bouwunie en Confederatie Bouw blijven ondertussen niet bij de pakken zitten en zoeken naar oplossingen en alternatieven om een wenkende crisis het hoofd te bieden. Vlaanderen Manager schotelde Hilde Masschelein, gedelegeerd bestuurder van Bouwunie, en Thierry Semey, directeur van Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen – Oudenaarde, drie stellingen voor.
Stelling 1: De financiële crisis laat zich voelen in de bouwsector. Er is sprake van uitgestelde bouwprojecten, laattijdige betalingen en de vrees dat PPS-projecten worden afgeblazen…
Hilde Masschelein (Bouwunie) : “De bouwsector voelt de impact van de financiële crisis al, met name klanten zijn zeer aarzelend om nieuwe offertes te tekenen. We hebben ook signalen opgevangen van aannemers waar de klanten bestellingen annuleren. Dit is een verbreking van ondertekende contracten. De volgende maanden zullen niet gemakkelijk zijn en de bouwsector is ongerust. Stimulansen van de overheid om mensen over de streep te trekken om investeringen te doen zijn dan ook welkom. Denken we maar aan de verzekering gewaarborgd inkomen die dringend moet worden heringevoerd. Ook premies en fiscale maatregelen zijn broodnodig.”
Thierry Semey (Confederatie Bouw) : “In de huidige economische omgeving zal er op korte termijn geen heropleving ontstaan. Des temeer omdat de bankcrisis in België, minstens tijdelijk, tot gevolg zal hebben dat het vertrouwen een flinke deuk krijgt en het krediet duurder wordt. De toestand is echter niet kritiek, onder meer omdat de Belgische vastgoedmarkt gezond is, in tegenstelling tot wat in andere Europese landen wordt waargenomen. In deze context is er geen reden om een grote terugval van de activiteit te vrezen als de opdrachtgevers niet irrationeel reageren. Maar wellicht moet in de bouw een daling van de werkgelegenheid in loondienst worden verwacht. Wij nemen namelijk een stagnerende productiviteit waar. Dit is altijd een factor die de werkgelegenheid onder druk zet, ook al is het bekend dat aannemers altijd trachten om hun personeelsbezetting zo lang mogelijk gelijk te houden. Zij zijn zich immers bewust van de moeilijkheden die zich voordoen bij het werven van geschoolde arbeidskrachten in België.”
Stelling 2: De stijging van de grondstofprijzen, zoals staal, heeft bouwen een stuk duurder gemaakt dan enkele jaren geleden. Het is moeilijk om de klant van die realiteit te overtuigen…
Hilde Masschelein (Bouwunie) : “Bouwen is duur voor een gemiddelde consument. De redenen zijn duidelijk: veelal 21% BTW, hoge loonkosten, stijgende materiaalprijzen, enzovoort. Om een correcte prijs te kunnen geven, moeten aannemers kunnen werken met een prijsherzieningsclausule: stijgen de materiaalprijzen of lonen, dan wordt de prijs aangepast. De aannemer komt niet voor verrassingen te staan en moet deze dan ook niet incalculeren, waardoor hij een correctere prijs kan geven. De bouwheer heeft dit echter niet graag omdat hij graag op voorhand een vaste prijs heeft om zijn budget goed te kunnen inschatten. Het is dus inderdaad niet evident de bouwheer hiervan te overtuigen.”
Thierry Semey (Confederatie Bouw) : “De prijzen van bouwmaterialen zijn, na een eerste periode waarin ze vanaf 2004 sterk toenamen, relatief stabiel gebleven in de periode tussen eind 2006 en eind 2007. Hierdoor stegen de bouwkosten minder snel dan de inflatie, met name + 2,6% tegenover + 2,9%. De toestand verslechterde echter opnieuw in het eerste semester van dit jaar. De wereldwijde stijging van de grondstoffenprijzen, tegelijk plots en uitgesproken, kwam bovenop de stijgende energieprijzen. Dit heeft de inflatie versneld, maar ook het indexcijfer van de afzetprijzen en meer in het bijzonder de prijsontwikkeling van de bouwmaterialen en, bijgevolg, de bouwprijzen. Het opvallendste voorbeeld is zeker dat van het betonijzer. Ten gevolge van de stijgende prijs voor schroot, dat voor de fabricage ervan dient, nam de prijs ervan met 40% toe tussen december 2007 en april 2008. Er zijn nog andere overtuigende voorbeelden: de cementsoorten en de producten van beton, om alleen die maar te noemen, stijgen ook sterk in prijs.”
Stelling 3: De bouwsector innoveert, maar het grote publiek en opdrachtgevers merken hier (te) weinig van…
Hilde Masschelein (Bouwunie) : “Innovaties zijn vaak niet zichtbaar of ze vragen een zekere technische bagage om ze correct in te schatten. Zo is er heel wat innovatie op het vlak van energiezuinige verwarmings- en koelingstechnieken, zoals hydraulische ontsteking van cv-ketels, gelijkstroommotoren met invertertechnologie in warmtepompen, enzovoort. Ook inzake uitvoeringsmethoden wordt er volop geïnnoveerd, zoals bij de prefabricatie voor houtskeletbouw of luchtdicht bouwen. Daarnaast is er een voortdurende evolutie inzake materialen, zoals de intelligente damprem bij dakisolatie, pleisterwerk en verven met nanotechnologie. Voorts zijn er heel wat innovaties die ook bij het brede publiek steeds beter bekend worden, zoals corian, lichtgewichtplaten en tal van gevelbekledingsmaterialen.”
Thierry Semey (Confederatie Bouw) : “De bouw vertegenwoordigt een activiteit met een aanzienlijke weerslag op het sociaal leven. Een vijfde van alle Europeanen werkt rechtstreeks of onrechtstreeks in onze en in aanverwante sectoren. In België vertegenwoordigt de bouw een omzet van ruim 28 miljard euro. En toch slepen we dikwijls een negatief imago met ons mee. Velen beschouwen het als een verstarde en conservatieve sector, zonder innoverende dynamiek, met een twijfelachtige reputatie qua kwaliteitszorg en waar het niet aan te raden is om te werken. Er zouden hi-tech en low-tech sectoren zijn, maar ook no-tech, waarbij de bouw zou horen! Deze vooroordelen zijn hardnekkig en men moet er rekening mee houden. Niettemin zijn ze in die formulering onjuist, want innovatie bekleedt wel degelijk een belangrijke plaats, hoewel de doorbraak ervan trager verloopt dan in andere sectoren. Versnippering is een bijkomende rem voor innovatie. In andere sectoren worden ontwerp, materiaalkeuze, engineering en productie gerealiseerd of toch gecontroleerd binnen hetzelfde bedrijf. In de bouw liggen de taken tijdens het productieproces verdeeld tussen opdrachtgever, architect, studiebureau en aannemer. Met innovatie mag men met andere woorden niet lichtzinnig omspringen: levensduur, kostprijs en veiligheid zijn factoren waarmee rekening gehouden moet worden.”
Bert Verbeke