Mooie liedjes duren niet lang. Vraag dat maar aan de duizenden private investeerders die hun droom in een nachtmerrie zagen veranderen nadat ze hun zorgvuldig opgebouwde spaarboekje deels of integraal in Lernout & Hauspie hadden gestoken. Het debacle van de toenmalige technologiereus dompelde Flanders Language Valley een tijdlang onder in een desolate sfeer, maar daar komt nu gelukkig aan verandering in. De naam van de site werd gewijzigd in Ieper Business Center. Het weefgetouwenbedrijf Picanol trok met zijn hoofdkantoor en zijn verkoops- en ontwikkelingsactiviteiten in het L&H-gebouw.
Op de met grasperken en mooie wandelpaden aangelegde site staan nog een aantal afzonderlijke gebouwen. In 4 van de 18 modules hebben een klein aantal bedrijven al een onderkomen gevonden, maar het merendeel van deze gebouwen staat leeg. Daar kan heel binnenkort verandering in komen. De technologiegroep Punch deed een bod op de terreinen van de FLV-campus, het centraal gelegen Auris Center en de modules die rond het Auris Center zijn gebouwd. Het Auris Center wordt momenteel voor een beperkt deel ingenomen door de VDAB en Syntra West. “Wij zien deze campus als een ideale locatie om de synergie te centraliseren en onze ‘high quality’-activiteiten te organiseren,” zegt Peter Verstrynge, topman bij Punch. “Het is vooral te wijten aan de West-Vlaamse Intercommunale dat de verkoop zo lang aansleept.” De West-Vlaamse Intercommunale reageert dat de verkoop van de site een complexe aangelegenheid is. “Een verkoop in het kader van de faillissementswetgeving gaat nu eenmaal gepaard met een uitgebreide administratieve molen en juridische structuren,” zegt Johan Proot. “Momenteel is inderdaad één bod weerhouden onder voorbehoud van goedkeuring door de rechtbank. De curatoren zijn momenteel volop bezig de nodige documenten voor te bereiden, zodat dit dossier niet langer dan nodig aansleept.”
Beperkte schade?
De meningen van insiders over de imagoschade die Ieper op economisch vlak heeft opgelopen na het debacle van Lernout & Hauspie, lopen intussen nogal uiteen. Volgens Chris Dewulf, President & CEO van de Picanol Group, bleef de economische schade voor Ieper als bedrijfsstad vrij beperkt. “Vooral op lokaal niveau genoot de hele L&H-story veel weerklank, omdat er veel mensen uit de regio bij betrokken waren. Toch vind ik dat het economisch imago van Ieper er niet al te erg onder geleden heeft. En ook voor andere bedrijven uit de streek is de schade vrij beperkt gebleven. Bij Picanol bijvoorbeeld hebben we gewoon rustig verder gewerkt en zijn we erin geslaagd internationaal erg succesvol te blijven. Het is niet zo dat de brede internationale economische wereld Ieper nu beter of minder goed zou kennen.” Peter Verstrynge gaat daar niet mee akkoord. “De populariteit van Ieper als business-stad is al jaren grotendeels te danken aan Picanol, maar de affaire L&H heeft het imago van Ieper voor jarenlang wereldwijd beschadigd. Wat niet betekent dat deze stad economisch geen toekomst heeft. Als we met vereende krachten kunnen werken, is ‘the sky the limit’.”
“Ieper had kunnen uitgroeien tot een attractiepool voor hooggeschoolden uit alle sectoren. Door de teloorgang van L&H is dat voorlopig niet meer aan de orde.”
Burgemeester Luc Dehaene geeft toe dat de ontwikkelingen rond Lernout & Hauspie het imago van Ieper wat hebben vertroebeld, maar blijft positief: “Al bij al zijn de gevolgen voor onze economie beperkt gebleven. Ik ben ervan overtuigd dat de nakende verkoop van de gebouwen onze economie vandaag en toekomstgericht een tweede adem én de nodige stabiliteit zal geven.” Een gelijkaardig signaal is te horen bij Patrice Bakeroot, regiodirecteur van Voka – Kamer van Koophandel Westhoek. “L&H had in deze regio niet ontzettend veel personeel. Net als iedereen wachten wij hoopvol op de verkoop van de site Ieper Business Park, zodat de economie daar eindelijk volledig kan openbloeien.”
Unieke kans verloren
Chris Dewulf vindt het wel doodzonde dat Lernout & Hauspie volledig ten onder is gegaan. “Vooral omdat het een heel competent bedrijf was, met heel veel technologische knowhow aan boord. Die kennis is nu voor een groot stuk verloren voor deze regio. Het is ook spijtig voor andere bedrijven. Er is een unieke kans verloren gegaan om Ieper een belangrijke ‘high end’-uitstraling te geven.” Peter Verstrynge knikt instemmend. “Ieper had kunnen uitgroeien tot een attractiepool voor hooggeschoolden vanuit alle sectoren, zowel voor juristen, wetenschappers als ingenieurs. Door de teloorgang van L&H is dat voorlopig niet meer aan de orde.” Toch blijft Chris Dewulf hoopvol. “Deze site is bij uitstek geschikt voor hoogtechnologische ontwikkelingen. In dat opzicht is de aanwezigheid van Transics alvast hoopgevend.”
Investeren op verschillende vlakken
“Door haar ligging zal Ieper nooit een metropool worden, maar via gedoseerde en verstandige investeringen in infrastructuur en faciliteiten kunnen diverse partners toch voor een belangrijke toegevoegde waarde zorgen,” meent Chris Dewulf. “Het bestuur van iedere centrumstad heeft economische ontwikkeling prioritair op haar agenda staan. Samen met de werkgevers, de middenstand, het onderwijs en andere instellingen moet voortdurend worden geïnvesteerd om de stad attractiever te maken, de aanwezige mogelijkheden optimaal te exploiteren en gericht te werken aan de tekorten. Op het vlak van bereikbaarheid uit Frankrijk en Noord-West-Vlaanderen is het geen geheim dat Ieper zwak scoort, maar dat valt buiten de bevoegdheid van een stad. Als deze regio zich verder ontwikkelt, ben ik ervan overtuigd dat die betere ontsluiting wel volgt.”
“In alle regio’s gebeuren er af en toe economische accidenten.”
“De concentratie van de afvalverwerkende industrie in één zone, zoals in Ieper het geval is, is een remmende factor op de economische groei,” vult Peter Verstrynge aan. “De lasten van dergelijke bedrijven zouden op federaal niveau beter moeten worden verdeeld over verschillende steden. Nu is dat niet het geval.”
Geleidelijk herstel
Intussen stelt Chris Dewulf met plezier vast dat Ieper lang geen dode stad is. “In de loop van de geschiedenis heeft Ieper zich ontwikkeld van een landbouwgericht, wat introvert gebied naar een regio die haar aantrekkelijkheid wil extrapoleren. Ik vind hier een heel aangename woon- en werkomgeving terug. Deze stad heeft alles om zich te herstellen van de Lernout & Hauspie-periode. Het heeft de potentiële economische doorgroei van Ieper misschien wat vertraagd, maar zeker niet belemmerd. Trouwens, in alle regio’s gebeuren er af en toe economische accidenten.”
Bart Vancauwenberghe