Business as usual. Zo vierde Renault-dealer Paesmans onlangs zijn 60ste verjaardag. Er was een groot evenement op de hoofdzetel in Hasselt, maar het belangrijkste agendapunt bleef resoluut de nieuwe missie van de Limburgse dealer: elektrisch rijden promoten.
“Het laatste wat we wilden, was onze zestigste verjaardag vieren door alleen maar terug te kijken naar het verleden,” zegt Wilfried Paesmans, algemeen directeur van Limburgs grootste Renaultdealer. “We hadden de zaterdag voordat het Autosalon opende een evenement met optredens en catering, maar we boden de bezoekers ook proefritten aan met de elektrische Renault Fluence en Kangoo. We deden er 120 die dag, van tien uur ‘s morgens tot vijf uur ‘s avonds, met vijf elektrische auto’s die we hier in ons wagenpark hebben staan.”
M.M.: Hoe belangrijk vinden jullie je rol als ambassadeur van elektrisch rijden?
Wilfried Paesmans: “We moeten in de eerste plaats laten zien dat we er zelf in geloven. Elektrisch rijden is een revolutie in wording, alleen moeten we dat nog aan het publiek tonen. Er zijn nog elementen waar werk aan is, zoals het rijbereik van een volgeladen batterij. Die bedraagt op papier zo’n 185 kilometer, maar in de praktijk is het bij 120 kilometer op: het gevolg van verwarming, radio, ruitenwissers en andere toepassingen die ook energie kosten. Maar tegelijkertijd zijn heel wat probleempunten waar men aanvankelijk beducht voor was ondertussen weggewerkt. Zoals de prijs.”
M.M.: De catalogusprijs is nochtans hoger dan bij soortgelijke wagens met een verbrandingsmotor.
“Je moet verder kijken dan de catalogusprijs, en alle factoren meetellen. De aanschafprijs, die inderdaad hoger ligt dan bij een conventionele wagen, is er daar slechts één van. Minstens even belangrijk zijn de fiscale voordelen. En daarmee ziet de vergelijking er plots heel anders uit. Een bedrijf krijgt tot 120% fiscale aftrek, gespreid over twee jaar, waar dat bij een klassieke auto gemiddeld 75% over vijf jaar bedraagt. Dat is alvast een groot verschil. Een particulier kan tot 30% belastingvoordeel genieten, weliswaar via zijn personenbelasting – het kan dus tot twee jaar duren vooraleer hij dat voordeel ook daadwerkelijk ziet. Dat brengt de uiteindelijke prijs alvast in de buurt van die van een traditionele wagen. Punt twee zit in het feit dat Renault zijn batterij niet verkoopt, maar verhuurt. Het risico van de batterij, onder meer de levensduur ervan, blijft bij de verhuurder. En dan is er nog de brandstofbesparing. Je moet natuurlijk in kilowatt rekenen in plaats van in liter, en daar zit bij veel potentiële klanten nog de grote moeilijkheid. Het stroomverbruik heb je voor een deel zelf in de hand, onder meer door de keuze van je energieleverancier, maar volgens het duurste scenario kost een volle batterij momenteel ongeveer 4 euro, en bij nachttarief amper 2 euro.”
M.M.: Hebben die verschillende argumenten al hun effect op de verkoop?
“Onze elektrische modellen zijn sinds 1 januari leverbaar, dus we zijn nog erg vroeg. We hebben er op dit moment (dit interview gebeurde half januari 2012, RMe) zes verkocht, en negen hebben we er zelf in dienst genomen om promotie te voeren. Tegen het einde van dit jaar willen we er 100 hebben verkocht. De grote doorbraak zal nog wel enkele jaren op zich laten wachten, maar we zitten op koers. Europa verwacht dat 20% van de markt elektrisch zal zijn tegen 2020, en dat lijkt me realistisch.”
M.M.: Automobielfederatie Febiac klonk niet bijzonder optimistisch na de afsluiting van het Autosalon. Was dat te verwachten?
“Er is inderdaad een kleine terugval. Maar die moet je ten eerste niet overdramatiseren, en ten tweede is ze het gevolg van meerdere oorzaken die toevallig samenvallen. Als ik onze eigen cijfers bekijk, zitten we terug op het niveau van 2010, en 2011 was uitzonderlijk goed. Dat laatste komt voor een stuk omdat heel wat verkopen die we normaal dit jaar zouden realiseren nog in 2011 zijn gebeurd. De afschaffing van de ecopremie op 1 januari heeft ervoor gezorgd dat er heel wat auto’s nog in november en december 2011 zijn verkocht. De meeste mensen wachten met de aankoop tot het Autosalon, maar nu probeerden ze hun nieuwe wagen nog gefactureerd te krijgen in 2011. Verder is er natuurlijk de economische crisis, en houden mensen meer en meer hun portefeuille dicht.”
M.M.: Het feit dat de regering-Di Rupo bedrijfswagens extra zwaar is gaan belasten, helpt natuurlijk ook niet.
“Ik zie dat alleen maar positief.”
M.M.: Als middenklassemerk heeft Renault daar niet zoveel last van?
“Het voordeel alle aard, waar de regering de nieuwe belasting op gaat heffen, wordt berekend op de catalogusprijs en de CO2-uitstoot. Dat is juist het sterke punt van Renault: een uitstekende verhouding tussen prijs en uitrusting, zonder al die dure opties. Bovendien zijn onze motoren de properste op de markt. Op die manier voldoen we perfect aan de vraag van de klant om zo weinig mogelijk lasten betalen. Op de meeste van onze modellen betaal je nu zelfs minder belasting.”
Ronald Meeus