Hagelwitte stranden, prachtige bomen en een diepblauwe zee. Het Antilliaanse eiland Aruba ziet er net zo uit als de plaatjes uit de glossy reis brochures, maar je moet het met eigen ogen gezien hebben om het te geloven dat het echt bestaat. In deze voormalige Nederlandse kolonie kom je in het Nederlands nog een eind weg. Een droombestemming dus.
Daar waar Adam en Eva het met een appel moesten stellen, brengt in dit paradijs de mojito je in vervoering. Elke avond kan je vanaf je terras de horizon aanschouwen en zien hoe god het licht dimt.
DOOR JAN DIRKX (TEKST EN FOTO’S)
Dat Aruba de Antilliaanse parel van de Nederlandse kroon is, kan je opmaken uit het feit dat de hoofdstad Oranjestad heet en je daar kan flaneren door de Wilhelminastraat. De locals praten dan weer met een grappige mix van Hollands met Spaans en Engels. Het eiland mag dan al zo groot zijn als het Waddeneiland Texel, vrees vooral niet dat je in een Nederlandse uithoek terechtkomt, 70% van de bezoekers zijn er Amerikanen. En die hebben heel eigen gewoontes en looks.
Een groot aantal van die Amerikaanse toeristen houdt er even halt met het cruiseschip om snel een winkeltje in de nabije omgeving te bezoeken én alles wat er blinkt te kopen. Hun ogen gaan al helemaal schitteren als ze een van de talloze casino’s binnenwandelen. Want dát is pas vakantie! Maar van Aruba hebben ze amper wat gezien, wat te betreuren valt.
DIVI DIVI
Al zijn er ook Yanks die langer blijven. Zij bevolken bij voorkeur de grote hotels die er aan de westkust te vinden zijn. Soms nemen deze hotels echt monsterachtige afmetingen aan, en de grens tussen charme en verschrikking wordt dan heel erg dun. Uitgerekend daar – niet geheel toevallig – zijn de heerlijkste stranden te vinden. Denk maar aan Eagle Beach, dat in toeristische magazines steevast in de top 10 van mooiste ter wereld opduikt.
De bijna horizontale Divi Divi bomen die je er aantreft, bewijzen dat de wind slechts uit één richting waait op Aruba. Ze geven een bijzonder aspect aan het eiland, en zeker wanneer ze solitair mogen schitteren boven op het witte zand tegen een achtergrond van staalblauwe lucht en zee. Hét clichébeeld van exotische vakantiebestemmingen. Maar wat kan je daarop tegen hebben? Het is een plek die prachtige vakantiefoto’s oplevert, want net daar boven de zee gaat de zon ook nog eens onder. Met spectaculaire wolkenpatronen en broeierige kleuren, een mens wordt er even stil van.
Een van de fraaiste hotels in deze omgeving is Divi Beach Resort. Dit hotel heeft enkel laagbouw, en alle kamers liggen er aan het strand. Het aards paradijs moet er zo ongeveer uitgezien hebben. Daar waar Adam en Eva het met een appel moesten stellen, brengt hier de mojito je in vervoering. De terrassen van de kamers liggen stuk voor stuk richting zonsondergang en bieden een bevoorrechte positie om te zien hoe god het licht dimt. Divi Beach Resort biedt een all-informule van een bijzonder hoog niveau, met een golfcourt vlakbij.
www.diviaruba.com (vanaf € 100 /nacht).
Flamingo’s
Voor de stadsmussen is er is het Renaissance Aruba Resort. Ook dit is vijfsterren-luxe maar dan met een heuse shoppingmall er aan en een zwembad op de eerste verdieping. Allemaal middenin Oranjestad. In de patio van het hotel haalt een bootje de gasten op om ze naar Renaissance Island te brengen. Een zalig oord, waar flamingo’s en leguanen op het strand struinen. Daar kan je een familiestrand vinden én een strand waar men de rust probeert te garanderen door jongeren onder de 18 jaar niet toe te laten.
www.wegdromenoparuba.nl
Eerlijk, Aruba is een vakantie-eiland. Wie musea wil gaan bekijken, of veel cultuur wil gaan opsnuiven, is er al bij voorbaat aan voor de moeite. Het eiland is, zoals aangehaald, ongeveer even groot als Texel, dus echt mega is het allemaal niet. Maar een dagtrip kan je toch op bijzondere plaatsen brengen. Helemaal aan de westelijke uithoek staat bijvoorbeeld het California Lighthouse, een vuurtoren die zoals steeds wat hogerop een heuvel te vinden is. De toren op zich is nu niet bepaald spectaculair of fotogeniek te noemen, maar vooral de plaats is toch wel een bezoekje waard. Je hebt een mooi overzicht over het eiland en ook over de almachtige Caribische Zee.
Vanaf daar loont het de moeite om de Noordkust te verkennen. Hier krijg je een heel ander beeld: wilde golven rollen er vanuit de Atlantische Oceaan tegen de ruwe rotspartijen aan. Het water spat dusdanig hoog op dat geen mens er aan denkt om hier te gaan zwemmen. Het lijkt wel een ander eiland. Door de erosie ontstonden er holen en grotten en in enkele gevallen werd een rots dusdanig ondergraven dat er een soort brug ontstond. De bekendste begaf het een paar jaar geleden, dus daar verdween een van de trekpleisters uit de reisgidsen. Maar goed, de busjes met toeristen stoppen er nog steeds en de brave mensen kunnen er dan op foto’s zien hoe het ooit was.
HOOIBERG
Maak ook zeker een wandeling door het Arikok natuurpark. Duizenden hagedisjes ritselen er weg voor je voeten, berggeiten staan er op de steilste rotsen, vogels in de meest uiteenlopende kleuren dagen je uit om je camera weer eens op hen te richten en heuse Boa Constrictors eten brave mensen zoals u en mij niet op. Net niet. Of toch meestal niet. Hier zijn stevige wandelschoenen wel geen overbodige luxe, want het gaat er op en neer. In een grot zijn er dan weer tekeningen te vinden van de oorspronkelijke Indianen die het eiland bevolkten. Het logo van dit natuurpark – een soort kolibrie – is gebaseerd op een van de afbeeldingen die daar zijn aangetroffen.
Ergens midden op het eiland vind je iets wat op een uit de kluiten gewassen stapel hooi lijkt: De Hooiberg. Een betere naam konden ze dus niet bedenken. De berg is met zijn 186 meter het hoogste punt van Aruba en garandeert een mooi panorama. Romantici gaan er graag naar toe bij zonsondergang. Weg van alle drukte, al moet je er wel 500 trappen voor beklimmen. Zoeken naar een naald moet je niet doen, het mag, maar de honderden cactussen zorgen er vast wel voor dat je netjes binnen de paadjes blijft.
Aan het Oostelijk uiteinde ligt dan weer San Nicolas. Hier is duidelijk een industriële invloed waar te nemen. Wat grauwe plekken, die verraden dat dit een havenstadje is, met een raffinaderij, veel loodsen en alle andere kenmerken van dien. Dus ook uitermate vriendelijke dames op de straathoeken. Hier is het droomeiland ver weg, al is het een leuke plaats om te bezoeken voor wie de laatste couleur locale wil ontdekken. In de smalle straatjes spatten de kleuren van de gevels.
Begin gewoon met een bezoek aan Charlie’s Bar want hier ga je pas echt terug in de tijd. Er hangen en staan ontelbare accessoires samen dat je er nooit op uitgekeken raakt. De gasten zijn van diverse pluimage: zeemannen, reizigers, zwervers en locals, Ze hebben hier blijkbaar allemaal wat achtergelaten, van mooi tot knettergek. Die hebbedingetjes vertellen een rijke geschiedenis, op deze plek is duidelijk geleefd. Ook de menukaart is grappig. We kunnen de Hoerehap van harte aanbevelen: een lekker snelgerecht met inktvis dat de dames van plezier wel eens tussen twee werksessies komen smullen.