Mark Lens (Eurosys) wint JCI-Award
Mark Lens, oprichter en CEO van ICTbedrijf Eurosys, won in april de ‘award’ van JCI-Limburg en is daardoor een jaar lang de Limburgse Jonge Ondernemer van het Jaar. Wij zochten uit hoe hij ondernemer werd, hoe hij zijn bedrijf uitbouwde en wat hij startende ondernemers adviseert. “Doe je eigen boekhouding en zorg dat je balansen kunt lezen,” luiden twee van zijn adviezen.
Limburg Manager: Wanneer is de drang om te ondernemen ontstaan?
Mark Lens: “In het middelbaar ben ik midden jaren ’80 gestart met de aan- en verkoop van diskettes, aan de universiteit herstelde ik pc’s en verkocht ik ICT-materiaal en na mijn studies zette ik dat in een vennootschapsvorm verder. Aanvankelijk in een coöperatieve vennootschap, opgestart in 1990, tijdens mijn legerdienst. De winkel was toen bij mijn ouders elke dag van 18 uur tot 24 uur open. Ik ben vrijwel altijd bezig geweest met de aan- en verkoop van goederen. Als 10-jarige al op de plaatselijke vlooienmarkt. Tja, hoe ging dat? Ik kocht een computer, installeerde er allerlei toepassingen op en vond een koper die geen zin had om dat allemaal zelf te installeren. Ik verbouwde en verhandelde in het begin een drietal pc’s per maand. Ik heb ook vrijwel meteen computers geïmporteerd uit het buitenland. Ik reed daarvoor elke week naar Amsterdam. Het eerste jaar draaide ik 600.000 euro omzet, het jaar daarna 1,2 miljoen euro en het derde jaar 3 miljoen euro. Vandaag hebben we met de groep een omzet van 22 miljoen euro.”
Limburg Manager: Wanneer heb je je eerste medewerker aangeworven?
Mark Lens: “In ’93. Eerst werkte ik met jobstudenten, daarna heb ik iemand aangeworven. Voor 700 euro netto per maand vond je toen gemakkelijk een jonge informaticus. Er heerste een overaanbod. Het risico om iemand aan te nemen, was veel kleiner dan nu. De personeelsadministratie heb ik meteen uitbesteed aan een sociaal secretariaat.”
Limburg Manager: Schakelde je ook voor andere administratieve verplichtingen – boekhouding, BTW-aangifte, belastingen,… – externe partners in?
Mark Lens: “Neen, dat heb ik vanaf het eerste moment zelf gedaan. Dat kan je beter niet uitbesteden, vind ik. Je moet weten wat er binnenkomt en buiten gaat. Als je dat uitbesteedt, kan je je cijfers minder goed volgen.”
“Begin jaren ’90 vond je voor 700 euro netto per maand gemakkelijk een jonge informaticus.”
Limburg Manager: Wat waren de sleutelmomenten in de bedrijfsgeschiedenis?
Mark Lens: “De opening van de winkel langs de Grote Baan in Houthalen is zeker een sleutelmoment. Dat was drie jaar na de opstart. Tot dan had ik bij mijn ouders in de kelder gewerkt. We zijn in dat gebouw wel te lang blijven hangen. De winkel- en woonruimte was er niet geschikt voor de 15-tal medewerkers, die we enkele jaren later hadden. Het overzicht ging helemaal verloren. De enorme ‘boost’ van het jaar 2000 hebben we daardoor gemist. De verhuis naar de Herkenrodesingel in Hasselt heeft dat opgelost, maar ook die 1.500 m² bleek snel te klein. In die periode zijn we ons bovendien stevig op bedrijven gaan toeleggen, terwijl we daarvoor vooral voor particulieren werkten. Onze B2B-activiteiten hebben we dan anderhalf jaar geleden ondergebracht in de voormalige gebouwen van ASQ in Houthalen. Onze keuze voor doorgedreven automatisering, met Navision als ERP-pakket, is ook erg belangrijk. Door onze processen waar mogelijk te automatiseren, verkregen we een zeer grote efficiëntie.”
Limburg Manager: Wat zou je startende ondernemers adviseren?
Mark Lens: “Doe je boekhouding zelf. Je markt en producten en diensten kennen, is niet voldoende. Je moet zowel zorgen dat de rekeningen kloppen als weten wat je belangrijkste kostenplaatsen en ‘profit centers’ zijn. Automatiseer ook wat er manueel kan gebeuren. Kortom: investeer in het begin vooral in efficiëntie, niet in uitstraling. En als je geen boekhoudkundige of economische achtergrond hebt, moet je je bijscholen. Je moet een balans kunnen lezen, zodat je begrijpt wat je accountant over je cijfers vertelt.”
Limburg Manager: Kreeg je veel reacties op het winnen van de JCI-Award?
Mark Lens: “Ontzettend veel, ook van ‘concullega’s’. Eéntje stuurde me zelfs een fles champagne. Dat je ook uit die hoek erkenning krijgt, doet echt deugd. Het bewijst dat we goed bezig zijn.”