Dieter Bohrmann, multinational in persoon, heeft een industrieel imperium met zwaartepunt in zand-en grindwinning. In 1991 kwam daar het Portugese wijnhuis Quinta do Passadouro bij. “Een hobbyproject,” noemt hij het zelf. “Een mens moet toch iets om handen hebben als hij op pensioen gaat.” Dat ‘iets om handen hebben’ is ondertussen sterk gegroeid, want naast zijn Portugese trots bezit Bohrmann ook wijngaarden in Frankrijk én Duitsland. Even rijk als ‘s mans wijnkelder gevuld is, loopt zijn ziel over van vintage Madeira’s, ports, havana-sigaren én, vooral, historische atlassen.
DOOR CHRISTOPHE DE SCHAUVRE (TEKST) JAN REYMEN (FOTO’S)
Als Dieter Hanns Bohrmann over zijn professionele carrière praat, moet ik regelmatig denken aan de Boorman uit Willem Elsschots ‘Lijmen/Het Been’, althans ten goede, want Elsschots Boorman was een deugniet. Deze Bohrmann niet, hij is Het Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, Handel, Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen. Die mondiale periodiek met de copernicaanse boodschap dat succes rond zelfkennis –en vertrouwen draait.
Bohrmanns levenspad is heus niet alleen met grind belegd. Met groot succes ontpopt de student technisch ingenieur kernenergie zich eerst tot doctorandus in de scheikunde om daarna de wereld rond te vliegen in dienst van het grote Universal Oil. Van dan af gaat het om een wereldburger met oog voor Financiën, Handel, Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen. “Ik heb genoeg van de wereld gezien om de relativiteit van de problemen in eigen land in te zien. Ik ben een Europeaan, een wereldburger!,” stelt hij met trots. “Dat is mijn nationaliteit.”
Bohrmann betreurt het ontbreken van een Europese trots omdat hij ons tot grootsere dingen in staat acht dan de VS. Hij kan het weten. Hij heeft er jarenlang gewoond. “Ach, ik hamer daar al jaren op. Jongeren moeten maar eens hun talen ter harte nemen, zodat ze de wereld tegemoet kunnen treden. En vooral geloven in zichzelf en hun creativiteit. Succes is afdwingbaar. Je moet daarvoor werken en geloven in je eigen ideeën.”