DE PRAXIS VAN PRAKTISCH DESIGN

Uiteraard kunnen designbiënnales stromingen aangeven en natuurlijk zijn er orakelende autoriteiten die bepaalde estetische schisma’s afkondigen, maar hoe zit het in de dagdagelijkse praktijk? Niet in Milaan, niet in Saint-Etienne of Londen, maar hier in Limburg. Welke trends detecteren onze vakmensen?

Door Hilde Neven

Bye Bye Barok

Met designtrends is het als met economische crisissen. Terwijl de ene warm blaast, blaast de ander koud. ‘Felle kleuren’, roept de ene, de andere ziet dan weer een houvast in warme, natuurlijke materialen. Wat denken de designprofessionals zelf eigenlijk?

“In 2010 maken de strakke lijnen van de afgelopen jaren opnieuw plaats voor natuurlijke, vloeiende silhouetten,” zeggen Dave Mathijs en Katy Ercken, zaakvoerders van Sfeerfabriek, designwinkel op de Hasseltse Genkersteenweg. “Deze trend zie je ook in de nieuwste collecties zitbanken, tafels en verlichtingselementen. De Kouch & Ouch die Karim Rashid voor Casamania ontwierp, zijn daarvan een perfect voorbeeld.” Liefhebbers van ‘strak’ hoeven zich echter geen zorgen te maken, want het nieuwe strak combineert natuurlijke basismaterialen om zo toch een warmer effect te creëren. Een goede evolutie, vindt ook Dave Mathijs.

Verder halen we ook de natuur in 2010 naar binnen met een door Sfeerfabriek aangereikt schoolvoorbeeld: de Dahlia van Freedom Of Creation, het tafeltje in bladvorm van Compar. Tegelijkertijd is de seventies-look nog niet helemaal uitgewerkt. “Niet de imitaties, wel de designers die hun eigen interpretatie maken en zo de typische veelkleurige objecten met bolle vormgeving op geheel eigen wijze gaan invullen.” Warm of koud, design is een kwestie van hoogstpersoonlijke appreciatie van vorm en functie. Geen trend kan daar tegenop.

“Tegels waren al groot, in 2010 mag het nog groter”

Trendreports en designorakels, allemaal goed en wel. Maar wat zegt de praktijk? Ziyan Interieur Design, al veertien jaar actief in de wereld van natuursteen en mozaïeken, vloert de trends. Het bedrijf dat projecten van Suriname tot Wit-Rusland en van Limburg tot Monaco heeft lopen, weet waar het om draaien zal.

“Tegels waren al groot, maar in 2010 doen we daar nog een schepje bovenop,” zegt zaakvoerder Pascal Ziyan. “De rechte, gerectificeerde tegels blijven het nog wel goed doen, evenals de zwart-witcombinaties en grijs- en zwarttinten maar wat opvalt, is de terugkeer van tekeningen. Tekeningen zoals je vroeger al in tegels zag, maar nu af en toe opvallender.”

Ziyan Interieur Design die vooral projecten in de villa- en utiliteitsbouw realiseert, ziet nog wel meer tekenen die wijzen op nostalgie. “Steeds vaker wordt er teruggegrepen naar dat verleden met het gebruik van oude materialen, zoals marmer. Let wel, met een eigentijdse twist. Zo plaatsten we in een hotel in Suriname marmer, ingelegd met glas en voorzien van led-verlichting.” Dat werpt alvast een nieuw licht op je vloer.

A room to show

2010 belooft overigens een bijzonder jaar te worden voor Ziyan Interieur Design. Het bedrijf start immers met de bouw van haar langverwachte showroom. “We hopen onze klanten begin 2012 te mogen verwelkomen in onze gloednieuwe toonzaal. Daarin staat een totaalbeleving centraal, zoals je dat ook bij het House of Porters van Pieter Porters in Antwerpen kan terugzien. We kijken er zelf erg naar uit. Was het al maar zover!”

Het Pars Pro Toto Van Duc I.D.

Interieurdesign als ziel-injectie

Interieurdesign is niet altijd gebaat bij auteursontwerpen. Een geslaagd interieur is immers niet datgene waarvan je in een oogopslag ziet wie het ontworpen heeft, wél eentje dat de stijl en filosofie van de klant op een bijzondere manier weerspiegelt. Althans dat is de instelling van DUC I.D., een vakspecialist en vooral actief in het domein van kantoor- en winkelinrichting. “Als interieurarchitect moet je uitstijgen boven je eigen label,” zegt DUC I.D.-zaakvoerder Peter Vandeven. “Je identificeren met je klant is een cruciale denkfase om tot een geslaagd ontwerp te komen.”

“Uiteraard is het uitwerken van een eigen designstijl een droom voor elke ontwerper, maar veel moeilijker is het om het buikgevoel van je klanten te detecteren om van daaruit te gaan ontwerpen.” Het lijkt wel een verhaal van kill your darlings, beaamt ook Peter Vandeven. “Je moet je bijna als een kameleon gaan aanpassen aan zijn identiteit en tegelijk toch verrassend uit de hoek komen, net die invalshoek nemen die je klant niet verwacht.”

Het Zonhovense bedrijf DUC I.D. stond bijvoorbeeld in voor de inrichting van de Belgische kledingketen ZEB, dat in 2006 kwam aankloppen voor de frisse wind waar het al lang naar op zoek was. “ZEB is sinds de samenwerking uitgegroeid van enkele winkels zonder duidelijk concept tot een fikse keten van 20 winkels mét een duidelijk gezicht,” vertelt Luc Van Mol, eigenaar van de Belgische kledingketen. “Het is dankzij een uitgekiend interieurconcept dat we de spirit van ons bedrijf hebben kunnen uitdragen.” Interieurdesign als een zaak van ziel-injectie.

“Wat we realiseerden bij ZEB is een goed voorbeeld van onze bedrijfsfilosofie: be creative, be your client, expect the unexpected,” klinkt het. “De klant wilde immers komaf maken met het wat negatieve imago van baanwinkels, en tegelijkertijd toch een winkel creëren waarin iedereen zich welkom voelt. De sfeer die we creëerden is eerder huiselijk, dankzij bijvoorbeeld de integratie van een kranten- en speelhoek. Maar het interieur primeert niet, maar laat het product – in dit geval betaalbare merkkledij – helemaal tot zijn recht komen.”

Met ZEB was DUC I.D. niet aan haar proefstuk toe, want eerder al realiseerde het de interieurinrichting van Nike-winkels in België, Nederland en Scandinavië én voorzag het de Deutsche Bank in Gent van een nieuw filiaalconcept.