Champagne, van oudsher de meest zinnenprikkelende drank en vrijwel automatisch geassocieerd met luxe en rijkdom. Geen gelegenheid wordt ongebruikt gelaten of er worden flessen ontkurkt. Maar waar moet je rekening mee houden? Alles wat u moet weten over deze godendrank, maar misschien niet durfde te vragen.
Tekst: Hilde Neven
De kerstboom schittert, de kaarsjes fonkelen en de feestdis is prachtig gedekt. Het huis geurt al heerlijk naar wat nog komen moet, en uw gasten zijn net gearriveerd. Helemaal gezellig wordt het wanneer de champagne ten tonele verschijnt. Met een heerlijk glaasje godendrank kan uw feestavond pas écht beginnen. De basis van de feestelijke connotatie van champagne werd eeuwen geleden gelegd. Lang voor de middeleeuwen al werden Franse koningen geïnaugureerd in Reims, het hart van de champagnestreek.
Hoewel doorgaans wordt aangenomen dat de Franse monnik Dom Pérignon de sprankelende drank ontdekte, was het de Engelse wetenschapper Christopher Merrit die de tweede gisting ontdekte door het toevoegen van extra suiker. Wat wel met zekerheid op het conto van de monnik mag geschreven worden, is het ‘ijzerdraadje’ of muselet rond de kurk, dat heeft Dom Pérignon bedacht. De muselet was noodzakelijk om te kunnen weerstaan aan de druk die ontstaat bij de tweede gisting.
Rosé zit in de lift
“Het aanbod is ontzettend ruim en je vindt champagnes in alle prijsklasses,” zegt Ruben Robeyns van de Hasseltse champagnebar Le Refuge. “Belangrijkste prijsbepalende factor is de rijpingsduur van de champagne. Hoe langer de fles rijpt, hoe intenser de smaak.
Met een brut van bijvoorbeeld Laurent Perrier zit je altijd goed voor het aperitief. “Ook roséchampagne zit de laatste jaren echt in de lift. Bij ’t eten zou ik eerder de voorkeur geven aan een iets intensere, vollere champagne zoals een Bollinger. Dit is toch meer een restaurantchampagne, iets krachtiger ook en daarom meer geschikt om geserveerd te worden tijdens het maal.”
Mag het zoet zijn?
Klassiek eet men oesters bij champagne, dat blijft een onovertroffen combinatie. Bij een schotel fruits de mer smaakt een ultra-brut dan weer uitstekend. En durf een rosé of een demi-sec ook gerust eens te combineren met zwarte chocolade. U zal versteld staan van het smaakpallet. Er bestaan ook zwaardere champagnes, die ideaal geschonken kunnen worden als digestief, in plaats van een glaasje cognac.
Welke champagne u ook besluit te schenken, zorg voor een aangepast glas. Kristallen, tulpvormige glazen die naar boven toe iets meer gesloten zijn, genieten de voorkeur. Als uitsmijter fluistert Ruben ons nog de volgende tip in het oor: de Grand Siècle van Laurent Perrier. Een champagne die, dankzij een lange rijping, zeer intens van smaak is en ook een behoorlijk prijskaartje heeft. Eentje voor speciale gelegenheden dus, om mee uit te pakken als een kenner.
BUBBELJARGON
- brut, sec, demi-sec verwijzen naar het suikergehalte in champagne.
- Terwijl Brut maximaal 1 tot 1,5% suiker bevat, zit je met demi-sec aan een suikergehalte van 33 tot zelfs 50 gram per liter.
- Veel zoetere champagne die daarom eerder bij desserts pas.
- Doux bevat een suikergehalte dat hoger is dan 50 gram per liter en betreft daarom het zoetste smaakpallet.
- Extra-brut: ook wel rosé of brut nature genoemd. Het is een champagne waaraan geen suikermengsel is toegevoegd en die van nautre minder dan 2 gram restsuikers per liter bevat.
- Millésime duidt op een champagne met uitzonderlijk goede omstandigheden. Na gisting blijft deze minstens drie jaar en vaak langer liggen en worden zo voller en krachtiger van smaak.
- Crémant is een mousserende wijn die beduidend minder koolzuur bevat en gemaakt wordt volgens de ‘méthode champenoise’.
- Deze ontsnapt daarmee aan de strengere reglementeringen inzake druivensoorten, rendement en verplichte rijpingstijd.
- Daarom mag je stellen dat een Crémant de ‘champagne’ onder de schuimwijnen is.
- Cuvée prestige duidt, zoals de naam het aangeeft, op een prestigieuze champagne zowel in smaak als in vormgeving en verpakking.
Sprankelende weetjes
- Champagne wordt het best geschonken bij een temperatuur van zo’n 6 tot 9 °C. Dan zijn de geur en smaak het best.
- Houd het champagneglas nooit bij de bovenkant vast. Hierdoor wordt de champagne warm.
- Plaats uw champagneglazen nooit in de afwasmachine. Op die manier blijven er zeepresten achter waardoor de champagne bij het volgende gebruik van het glas meteen neerslaat.
- Bewaar uw champagne nooit in de koelkast. Als u champagne een maand in de koelkast bewaart, leidt dit tot kristallisatie. Beter is de fles, even voor gebruik, in ijs te plaatsen.
- Champagne dient niet om jarenlang te bewaren. De smaak wordt niet beter met de jaren, zoals dat wel het geval is bij sommige wijnen.
- De appellation van een champagne vraagt een intensiever bewerkingsproces dan dat van een cava. Dat verklaart het prijsverschil tussen de twee.
- Champagne bevat minder calorieën dan een glas wijn. Mocht u nog een reden zoeken om de hele avond bubbels te kunnen drinken…