Advocaten moeten veel meer zelf naar bedrijven toegaan om hen te helpen, te adviseren en problemen op te lossen. Bovendien moeten ze voor zichzelf een degelijke bedrijfsstrategie uitwerken en oog hebben voor marketing en communicatie. Dat is de visie van Marc Vandemeulebroeke, advocaat, stichter en managing partner van Lawfort. Het kantoor uit Sint-Stevens-Woluwe heeft vestigingen in Antwerpen, Gent, Luik (in samenwerking met het Luikse kantoor Henry & Mersh) en Praag en is met 110 advocaten het derde grootste in België.
De opmars van Lawfort is opmerkelijk. Marc Vandemeulebroeke en drie vennoten startten het advocatenkantoor Bogaert & Vandemeulebroeke in november 1997 met negen advocaten. Zeven jaar later, met in 2003 het vertrek van Geert Bogaert en de naamsverandering naar Lawfort, telt het kantoor 110 advocaten en 50 medewerkers in ondersteunende diensten. “Die snelle groei danken we zowel aan onze oplossings- en servicegerichte aanpak als aan enkele strategische fusies en overnames,” zegt Marc Vandemeulebroeke. “De laatste grote fusie was die met het Brusselse kantoor Bertouille & Vennoten in februari van vorig jaar. Daardoor kwamen er 15 advocaten bij, plus een kantoor van drie advocaten in Praag.”
Brabant Manager: Wat is vandaag de hoofdactiviteit van Lawfort?
Marc Vandemeulebroeke: “We zijn actief in bijna alle domeinen van het ondernemingsrecht: fusies en overnames, herstructureringen, intellectueel eigendomsrecht, fiscaliteit, sociaal recht, vastgoedtransacties, milieu, energie, ICT, financieel recht, aansprakelijkheden van ondernemingen en bedrijfsleiders, administratief recht,… We concentreren ons vooral op advies en transacties, maar doen uiteraard ook geschillenbeslechting, al dan niet voor de rechtbank. Dat transacties voor ons kantoor steeds belangrijker worden, blijkt onder meer uit de IPO van Belgacom, die we, samen met twee andere kantoren, hebben gedaan. Om u een idee te geven: in november 2004 werkten 39 van onze advocaten aan die beursintroductie. Ook advies wint aan belang. Bedrijven willen bijvoorbeeld weten of ze nog in orde zijn met het milieurecht en laten ons dat onderzoeken. Of ze starten een nieuwe activiteit op en willen de juridische spelregels kennen. Of federaties wensen advies over wetgeving en wetsvoorstellen. Als businesskantoor werken we altijd oplossingsgericht. Het volstaat niet om te communiceren wat er niet mag, want de cliënt wil weten hoe hij het dan wel moet aanpakken. Het vinden van die oplossing vergt dikwijls creativiteit. Maar dat is nu eenmaal de toegevoegde waarde waarvoor wij als advocatenkantoor moeten zorgen.”
Brabant Manager: Advocaten worden dus steeds meer een adviserende partner van cliëntbedrijven?
Marc Vandemeulebroeke: “Zo is het. En dat partnership kan soms heel ver gaan. Zo gebeurt het meer en meer dat grote cliënten ons vragen om de diensten van een van onze advocaten gedurende een bepaalde periode in te huren omdat zij zelf hun eigen jurist een tijdje moet missen door zwangerschap of ziekte. Dat noemen wij ‘secondment’. We hebben dat onlangs gedaan voor een belangrijke Belgische bank, waarvan de topjurist in de sector van ‘asset management’ met zwangerschapsverlof ging. Een van onze topadvocaten heeft dan op de plaats van die dame, gedurende zes maanden, bij de bank haar taken overgenomen. Wij doen dat niet alleen, ook andere kantoren spelen in op die trend. Beide partijen winnen er overigens bij. Wij leren de cliënt en zijn specifieke bedrijfsproblematiek ‘in the field’ kennen en de cliënt ervaart gedurende een langere periode, op de werkvloer zelf, de toegevoegde waarde van een advocaat. Wij bellen cliënten ook geregeld zelf op, om te weten wat er in een bedrijf leeft, om te kijken of we iets voor hen kunnen doen.”
Linklaters De Bandt is grootste kantoor
Lawfort is het derde grootste advocatenkantoor in België. Het grootste advocatenkantoor is Linklaters De Bandt, op de tweede plaats staat Allen & Overy.
Geen prospectie, wel publiciteit
Brabant Manager: Het is bekend dat de concurrentie tussen advocatenkantoren toeneemt. Zorgt dat voor een jacht op cliënten? Wordt er in de bedrijfsmarkt geprospecteerd?
Marc Vandemeulebroeke: “Neen, dat mogen wij niet doen. Onze deontologie verbiedt dat. Publiciteit maken kan wel, aan prospectie doen niet. U hoort me niet zeggen dat het niet gebeurt, maar Lawfort doet daar alleszins niet aan mee. Wij vinden nieuwe cliënten dankzij onze referenties – de zogenaamde mond-tot-mondreclame – en onze marketing- en communicatie-inspanningen.”
“We zijn inderdaad duurder dan de meeste lokale advocatenkantoren, maar dankzij onze expertise en ervaring werken we ook sneller.”
Brabant Manager: In de soms wat stijve advocatenwereld spreekt de naam Lawfort enigszins tot de verbeelding. De meeste kantoren dragen nog altijd de namen van de stichtende partners.
Marc Vandemeulebroeke: “Wij begonnen zelf ook met de familienamen van twee stichters. De naamsverandering kwam er toen we in 2003 van strategie veranderden. Tot dan waren we correspondent van Landwell, een netwerk dat samenwerkte met PricewaterhouseCoopers. Door de boekhoudschandalen bij Enron en andere bedrijven in die periode bestond echter het risico dat wij niet meer zouden kunnen werken voor bedrijven waar PwC bedrijfsrevisor was. Daarom beslisten wij om onafhankelijk voort te gaan. Wij kozen een andere, fantasierijkere naam. ‘Lawfort’ is niet gericht op één of twee personen. Kortom, de naam en boodschap zijn daardoor inderdaad een stuk moderner geworden.”
Brabant Manager: De groei van 9 advocaten in 1997 naar 110 vandaag is best indrukwekkend. Hoe hebt u dat gerealiseerd?
Marc Vandemeulebroeke: “Tja, dankzij onze klantgerichte en ook internationale aanpak, onder meer via onze allianties, bleken wij erg aantrekkelijk voor een heleboel advocaten. Sommigen waren ontgoocheld in de eerder traditionele visie en strategie van andere kantoren. Er volgden ook enkele fusies. Ik heb de voorbije jaren heel wat advocaten en kantoren kunnen overtuigen om bij ons te komen… en te blijven. De samenwerking tussen onze verschillende ploegen van experts verloopt bovendien zeer vlot en spreekt onze cliënten enorm aan.”
Brabant Manager: Uw kantoor heeft de IPO van Belgacom mee begeleid en telt heel wat beursgenoteerde bedrijven als cliënt. Richt u zich eerder tot grote bedrijven dan tot KMO’s?
Marc Vandemeulebroeke: “We richten ons zowel tot de grote als de middelgrote ondernemingen op Belgisch niveau. In dit land is dat de logica zelf. Een beursgang begeleiden, is een schitterende opdracht, maar zo dikwijls komt dat in België niet voor. Ook bij kleinere spelers zijn er belangrijke zaken te doen.”
Duurder, maar sneller
Brabant Manager: Laten die kleinere spelers zich niet afschrikken door de hoge tarieven van een topadvocatenkantoor. Of gelden er lagere tarieven voor dergelijke cliënten?
Marc Vandemeulebroeke: “We zijn inderdaad duurder dan de meeste lokale advocatenkantoren, maar dankzij onze expertise en ervaring werken we ook sneller. Dat compenseert dus al. Anderzijds spreken we met cliënten altijd vooraf een budget af, zodat onaangename verrassingen achteraf niet mogelijk zijn. Dat de budgetten van de kleinere spelers minder groot zijn, spreekt voor zich. Wij spelen daar bijvoorbeeld op in door een jongere advocaat samen met een senior advocaat te laten werken.”
Brabant Manager: Lawfort is zelf onder meer gegroeid dankzij een aantal gerichte fusies en ook andere kantoren werken samen en fusioneren, waardoor soms regionale netwerken ontstaan. Zal die trend zich de volgende jaren voortzetten?
Marc Vandemeulebroeke: “Ik denk het wel. Voor de huidige kantoren zijn er twee mogelijkheden: ofwel kiezen voor een weldoordachte niche waarin je een grote toegevoegde waarde opbouwt voor je cliënten, ofwel overgaan tot de uitbouw van een groot kantoor of bij een groot kantoor aansluiten. Maar er zijn nog te veel advocaten die aarzelen. Op je eentje voort werken op de traditionele manier heeft weinig toekomst als je je tot de zakelijke markt wil te richten. Er zullen inderdaad ook steeds meer regionale netwerken ontstaan. Op dit moment heb je er enkele, naast ons. Het verbaast me eigenlijk dat het er nog maar zo weinig zijn. Je moet in de markt aanwezig zijn. Door samen te werken, dalen de globale kosten per hoofd en kan je bijvoorbeeld ook je marketinginspanningen bundelen.”
Brabant Manager: In het verleden was er soms veel concurrentie tussen advocatenkantoren en de ‘Big Four’ accountancy- en adviesbureaus. Is die concurrentie er vandaag nog altijd?
Marc Vandemeulebroeke: “Neen, er is nog maar weinig concurrentie, behalve op het vlak van ‘tax consulting’. Inzake fiscale adviezen blijven de ‘Big Four’, samen met twee of drie andere nichekantoren, supersterk, meestal voor grote internationale dossiers. Die kracht danken zij vooral aan hun internationaal netwerk. Voor fiscale geschillen blijven de advocaten uiteraard de enigen die mogen pleiten. Maar in alles wat niet met belastingen te maken heeft, is er vandaag een groot onderscheid tussen de dienstverlening van een advocatenkantoor en een ‘Big Four’ consultant. Voor de grote boekhoudschandalen bij Enron en andere bedrijven waren zij tegelijkertijd bedrijfsrevisor en jurist, maar die tijd is voorbij. De ‘Big Four’ bieden vandaag bijna geen eigen juridische diensten meer aan.”