Fiets! aan de Vlaamse Kaai 20 is een ware velodroom. Er gaat een speciale aantrekkingskracht uit van het arsenaal aan tweewielers die in alle uitvoeringen en kleuren de ruimte vullen. Hendrik Winkelmans en Catherine Van Dijk, bezielers van dit fietsimperium, zijn te benijden: ze zien er immer fris, vrolijk, gezond en uitgeslapen uit. Met hun twee runnen ze een succesvolle zaak met zes vestigingen en daarenboven voeden ze ook nog drie kinderen op. Een powerkoppel? Moet wel.
Door Katrin Swartenbroux (tekst)
EN KOEN BAUTERS (FOTO’S)
In 2010 begon het bij Hendrik Winkelmans te kriebelen. Niettegenstaande hij lange tijd voor een vastgoedbedrijf werkte, droomde hij al lang van een eigen fietsenwinkel, en toen de kans zich voordeed om de bekende Gentse fietsenzaak Jomasport over te nemen, twijfelde Winkelmans geen seconde. Nauwelijks enkele maanden later opende hij al zijn tweede zaak op de Vlaamse Kaai in Antwerpen, die eveneens een schot in de roos bleek. Nochtans lijkt het ons niet evident, een grote fietsenzaak oprichten in het midden van de stad. “Ik merkte dat er nood aan was. Wie vroeger een fiets wilde kopen kon bijna enkel maar terecht bij de fietsenmaker of grote
discount-sportzaken, terwijl ik de mensen een aangename winkelbeleving wil bieden,” zegt Hendrik Winkelmans.
Als je het Fiets!-pand betreedt, word je meteen overladen door fietsen. Veel fietsen. Maar in een hedendaags kader gepresenteerd. “Dat weten de klanten ook echt te appreciëren. Natuurlijk gaat het niet enkel om de uitstraling van de shop: vakkennis en kwaliteit is essentieel. Onze jongens zijn dan ook toppers in hun vak die onze klanten het juiste advies kunnen geven en kwaliteitsvolle herstellings- en onderhoudswerken kunnen uitvoeren. Dat wordt wel geapprecieerd merken we. Het is nooit ons opzet geweest om De Grootste te zijn, maar we proberen wel de beste te zijn. Een fijne winkelomgeving, deskundig advies en kwalitatieve producten, die dingen zijn voor ons echt belangrijk.”
EN IN IZEGEM
Naast Antwerpen en Gent is Fiets! ook in Hasselt, Herentals, Wijnegem en Izegem aanwezig. Hoe regelen jullie dat praktisch?
Hendrik Winkelmans: “We vliegen heen en weer tussen de zes winkels. Ik zou me in principe uitsluitend kunnen bezighouden met de marketing, de aankoop van producten en de boekhouding, maar ik probeer toch zoveel mogelijk nog op de winkelvloer te staan.”
Catherine Van Dijk: “Op die manier blijf je voeling hebben met wat er leeft en doe je nieuwe ideeën op waardoor je je zaak kan blijven heruitvinden.”
Hendrik: “Zo leasen we bijvoorbeeld fietsen aan bedrijven, als enige winkel in België. Met succes trouwens: bedrijven zijn heel echt geïnteresseerd en bieden dan sommige van hun mensen een bedrijfsfiets aan in plaats van een bedrijfswagen. Ideaal voor pendelaars of werknemers die slechts op een aantal kilometers van hun werk wonen.”
Fietsen sluit helemaal aan bij de gezonde levensstijl die onze overheid wil promoten. Zijn jullie daar zelf eigenlijk mee bezig?
Catherine: “Toch wel, maar niet extreem. Ik neem wel zo vaak mogelijk de fiets, bijvoorbeeld als ik ga shoppen of heb afgesproken met vriendinnen, en ik probeer ook gezond te koken voor ons en de kindjes.”
Hendrik: “We zijn deze winkel niet begonnen met de boodschap dat iedereen zijn auto moet verkopen en beginnen fietsen omdat we aan de ozonlaag moeten denken. Een opgestoken wijsvingertje werkt niet hé. We proberen gewoon alles op een aantrekkelijke manier te presenteren zodat mensen gewoon goesting krijgen om te fietsen als ze hier binnenkomen. Bovendien spring ik soms ook nog in mijn auto hoor, als ik snel even naar Izegem moet bijvoorbeeld, daar gaan we echt niet hypocriet over doen.”
Catherine: “Ik denk dat een rigide levenshouding voor niets goed is. Gebruik gewoon je gezond verstand en draag zorg voor jezelf.”
FIETSCULTUUR
Toen jullie in Gent en Antwerpen openden was dat nog onder de naam De stad fietst. Is dat ook zo?
Catherine: “Zeker! Je merkt dat ook aan het recente Velo- en Blue Bike initiatief: dat kent enorm veel succes. Naast die hele eco-trend is er ook gewoon de realiteit dat het met de fiets in de stad vaak een stuk sneller gaat. Het is makkelijker om de auto thuis te laten omdat je die in het drukke centrum toch niet kwijt kan.”
Hendrik: “Mensen willen trouwens ook meer geld uitgeven aan hun fiets. Omdat ze het ding niet meer louter recreatief gebruiken maar echt bijna dagelijks van stal halen, investeren ze liever in kwaliteit.”
Hoe is Antwerpen als fietsstad? Zijn de fietspaden in orde, gedragen de autobestuurders zich wat behoorlijk?
Catherine: “Dat is enorm verbeterd, zeker de staat van de fietspaden is er echt opmerkelijk op vooruit gegaan. Met de heraanleg van de Leien hebben ze af en toe wat steekjes laten vallen waardoor je op sommige stukken plots op de rijbaan fietst, maar over het algemeen: chapeau. Je hebt ook hele leuke fietsknooppunten aan het fort van Edegem bijvoorbeeld, dus er wordt duidelijk aandacht aan besteed.”
Hendrik: “We zijn natuurlijk nog wel mijlenver verwijderd van een echt goede fietscultuur zoals die in Nederland heerst bijvoorbeeld, maar het stadsbestuur doet zeker haar best.”
We kennen ze natuurlijk allemaal: de Zurenborgvader met zijn bakfiets, de zakenman met de Brompton onder de arm en de hipster op zijn fixie… Kunnen jullie de stereotypen rond Antwerpse fietsgebruikers bevestigen?
Hendrik: “Goeie vraag… Er zijn veel families die tegenwoordig een bakfiets kopen in plaats van een tweede auto, maar of ze nu op de Zurenborg wonen weet ik niet.”(lacht)
“Je hebt die clichés natuurlijk wel, maar de markt is zich tegelijkertijd ook aan het opentrekken, bijvoorbeeld door jonge mensen die zich nu ook een elektrische fiets aanschaffen om langere afstanden naar het werk te vergemakkelijken.”
Klopt het dat de fiets de laatste jaren meer en meer als accessoire wordt gebruikt?
Catherine: “Uiteraard, dat zie je ook aan de producten die we verkopen: trendy fietstassen, leuke zadelhoesjes, gekke fietshelmen,… Fietsen is meer een belevenis geworden. Een fiets is niet enkel een transportmiddel maar ook een soort statussymbool. Mensen pronken er meer mee; ze willen dat hun fiets er goed uitziet.”
Hendrik: “We merken wel dat dit mode-aspect meer leeft in Antwerpen dan in eender welke andere stad; in de provincie wil men gewoon een degelijke fiets zonder veel boe of ba.”
VRIJHEID BLIJHEID
Jullie zijn zelf fervent fietsers, maar hoe ver gaat dat? Gaat de fiets mee op reis?
Catherine: “Nee, dat nu niet. We gebruiken onze fietsen heel vaak en maken veel fietstochtjes, maar een echte fietsvakantie zal iets voor later zijn. Onze kindjes zijn natuurlijk ook nog heel jong
, dus dan is dat momenteel ook niet zo voor de hand liggend. De ideale vakantie is voor ons een mix van cultuur en ontspanning denk ik.”
Hendrik: “Ieder jaar gaan we met mijn familie naar Italië en dat is echt zalig –alhoewel het soms behoorlijk rumoerig is. Ik was met zes thuis, en dan kom je al snel aan een gezelschap van 15 volwassenen en evenveel kinderen.”
Ben jij een family man? Drie kinderen is tegenwoordig ook al veel.
Hendrik: “Toch wel ja, ik vind dat iets hebben, al zijn drie kinderen genoeg voor ons.” (lacht)
Hoe regelen jullie dat praktisch als jullie beiden fulltime werken?
Catherine: “Wij hebben hele goede opvang geregeld, dat is in deze tijd echt niets bijzonders meer. Onze weekends zijn er wel zoveel mogelijk op gericht om samen met de kinderen leuke dingen te doen. Op zo’n momenten proberen we echt alles van ons af te zetten en er voor hen te zijn, en dat vinden we ook belangrijk. Je kan thuis rondlopen en je kinderen ergens in een hoekje laten spelen maar dat is niet hetzelfde.”
Hendrik: “We hebben organisatorisch natuurlijk ook een voordeel als zelfstandigen: we werken alle twee heel hard, maar we kiezen die momenten wel een beetje zelf. Ik moet niet om halfnegen aan een bureautje voor een baas verschijnen: ik kan gerust om vijf uur ’s ochtends opstaan, wat werk verrichten en om acht uur mijn kinderen naar school brengen. Die vrijheid had ik in mijn vorige job niet.”
CRIMINOLOGE-MANAGER
Je hield er een jachtig leven bij een vastgoedbedrijf op na. Wat vond je vrouw er eigenlijk van toen je plots besloot een baan met een vast inkomen op te geven om een fietsenzaak te beginnen?
Catherine: (begint te lachen)
Hendrik: “Ja, zeg het maar!”
Catherine: “Toen hij me het nieuws vertelde – op vakantie nota bene – ben ik spontaan beginnen huilen.” (schaterlach)
“Pas op: ik was wel gewonnen voor het idee maar de timing was ronduit afschuwelijk. We woonden toen tijdelijk bij zijn moeder omdat we met verbouwingen zaten, we hadden twee kleine kindjes rondlopen en ik was op dat moment nog aan het doctoreren in criminologie…”
Hendrik: (droog) “Het was inderdaad even crisis.”
Catherine: “Maar hij heeft me dan toch weten te overtuigen, en het is een goede beslissing gebleken.”
Hendrik: “Ik vond echt dat ik dat moest doen, het voelde juist aan en er bood zich net die unieke gelegenheid om de winkel in Gent over te nemen… Zo’n kansen moet je met beide handen grijpen. Als je onderneemt moet je durven. Je hebt maar één leven uiteindelijk, en dat moet je echt ten volle benutten.”
“Ik wil niet filosofisch klinken, maar het lijkt me erger om op je sterfbed te moeten berusten in het feit dat je een paar fantastische ideeën hebt gehad maar onbenut hebt gelaten, in plaats van dat je een aantal keer flink je kop hebt gestoten terwijl je je droom najaagde.”
Hoe werkt dat dan, zo samen aan de kar van eenzelfde bedrijf trekken? Is dat niet nefast voor de relatie?
Hendrik/Catherine: (mompelen beiden instemmend)
Catherine: “Ik werk pas sinds mei fulltime bij Fiets! Die eerste maanden waren inderdaad behoorlijk hard en confronterend. Het was echt niet simpel om een evenwicht te vinden; op de duur ging het altijd over de zaak.”
Hendrik: (valt in) “En als het goed ging dan was dat super, maar op momenten dat er veel stress was dan praat je elkaar gewoon de put in terwijl je eigenlijk gewoon wilt thuiskomen bij je gezin en alles van je af wilt zetten.”
Catherine: “We hebben daar echt goede afspraken over moeten maken, en dat werkt wel. Onlangs zijn we nog eens met z’n tweetjes op vakantie geweest en hebben we gelukkig gemerkt dat we nog steeds een normaal koppel kunnen zijn.”
Hendrik: “Je leert je partner ook op een heel andere manier kennen wanneer je samenwerkt, en dan valt de mystiek een beetje weg. Catherine heeft nu niet meer de illusie dat ik een of andere superman ben op het werk; ze ziet direct wat ik niet kan en hoe nerveus ik soms ben.”
Maar de zaken gaan goed, jullie moeten elkaar dan toch ergens aanvullen?
Catherine: “Ja, dat denk ik wel. Hendrik is heel vurig en enthousiast, hij kan als geen ander mensen motiveren, terwijl ik dan weer wat nuchterder ben.”
Hendrik: “En dat is goed! Ik heb nood aan iemand die wat structuur in mijn leven brengt. Catherine is ontzettend planmatig en bekijkt alles van de praktische kant.”
Catherine: “Het is inderdaad wel zo dat wanneer hij weer een of ander idee heeft dat ik onmiddellijk denk aan wat er kan mislopen of wat er allemaal moet geregeld worden om dat te realiseren.”
Hendrik: “Dat noem ik complementair zijn. Als we alle twee als zotten ideeën liepen te spuien tegen elkaar zonder iets te realiseren dan plakten we op het einde van het jaar tegen de muur denk ik.”
Wie is eigenlijk de baas in huis?
Hendrik: “Zij!”
Catherine: (lacht)
Hendrik: “Dat is echt zo! Ik mag zelfs niet alleen naar de supermarkt omdat ik dan gegarandeerd met de verkeerde dingen thuiskom, zelfs al heb ik een lijstje!”
(tot Catherine) “Dat is toch waar hé schat?”
Catherine: “Ja, dat is eigenlijk wel waar.”
Hendrik: “Jij managet niet enkel ons huishouden, je dòèt het ook allemaal. Niet alleen omdat ik zo’n luiaard ben, maar ook omdat je een controlefreak bent.”
Catherine: “Klopt.”
Hendrik: (zucht) “Ze heeft me gewoon lui gemààkt.”