Businesstip: hoe u medewerkers constructief feedback geeft

Het belang van een goed evaluatiegesprek wordt dikwijls erg onderschat. Jammer, want het is een uitgelezen gelegenheid om uw medewerkers aan te zetten tot nog betere prestaties of om ze de kans te geven zich te herpakken. Vera Vanderlocht is trainer en senior consultant bij Linkpower en geeft enkele tips waarmee u het rendement van professionele feedback drastisch verhoogt.

“Doe het regelmatig, wacht niet tot het jaarlijks evaluatiegesprek”

Tip 1: Wees constructief
“Een karakter kan je niet of nauwelijks veranderen. Een manier van werken wel. Spreek je medewerker dus aan op dit laatste. In plaats van verwijtend uit de hoek te komen, kan je de persoon zelf voorstellen laten formuleren. Vraag hem of haar op welke manier hij of zij denkt een opdracht te kunnen verbeteren. ‘Je werkt wel erg traag’, klinkt schools en veel harder.”

Tip 2: Spreek voor uzelf
“Wanneer je iemand negatieve feedback moet geven, spreek dan altijd uit eigen naam. Haal er nooit de opmerkingen van anderen bij. Zo vermijd je discussies die starten met: ‘Wie heeft dat gezegd?’ Zorg dat je de verkregen informatie zelf kan vaststellen en baseer hierop je verhaal.”

Tip 3: Ga niet meteen in de verdediging
“Wanneer tijdens een evaluatie enigszins negatieve of beschuldigende kritiek klinkt, ga dan niet meteen in de verdediging. Weersta aan de behoefte om je meteen te willen verantwoorden. Je kan beter bijkomende informatie verzamelen. Wees nieuwsgierig en stel open vragen. Zo kan je de opmerkingen perfect plaatsen.”

Tip 4: Geef regelmatig feedback
“Wacht niet op het jaarlijkse evaluatiegesprek om positieve of negatieve feedback te geven. Zo vermijd je dat de medewerker zich bepaalde zaken niet meer kan herinneren. Regelmatige begeleiding creëert mogelijkheden om voortdurend bij te schaven om zo te groeien en te ontwikkelen.”

Tip 5: Eindig positief
“Het is belangrijk dat je een evaluatiegesprek op een positieve manier afsluit. Formuleer duidelijk wat je verwacht van de medewerker en tot wat zal dat leiden.”

Walter Briers