Annick Gernaey FOODLOVERs COMPANIE DE SEMI- PROFESSIONELE KEUKEN Foodlovers Companie

Annick Gernaey runt al zo’n jaar of tien de Foodlovers Companie. Een bedrijfje met twee hoofdactiviteiten: catering en kookworkshops. Ze was lang actief in de communicatiesector tot ze uit pure interesse avondschool ging volgen bij Piva, de gerenommeerde Antwerpse koksschool. Dat het koken uiteindelijk haar beroep is geworden, had ze nooit durven te dromen. “Ik verzorgde wel eens mee een receptie die aan mijn werk gelinkt was en plots ging de bal aan het rollen,” klinkt het.

DOOR JAN DIRKX (TEKST EN FOTO’S)

Annick woont in een fraai herenhuis dat dateert van begin vorige eeuw. Daarin plaatste ze een keuken die twee belangrijke functies moest vervullen: het moest niet alleen haar eigen dagdagelijkse kookplek worden, het moest ook een plaats worden waar ze workshops zou kunnen geven. “Daarvoor heb je uiteraard ruimte nodig. Want de groepen kunnen tot twaalf deelnemers tellen en wil iedereen op zo’n moment de handen uit de mouwen kunnen steken, dan moet je kunnen bewegen.”

DRIEHOEKSVERHOUDING

Bewegingsruimte om te koken is een stokpaardje van Annick. Alles in de keuken moet goed op mekaar afgestemd zijn. “Laat zoiets niet opdringen door de keukenfabrikant,” beklemtoont ze. “Kies zélf de voor jou gemakkelijkste oplossing. Zelf vind ik een soort driehoek tussen fornuis, watergedeelte en werkblad bijzonder handig. Het natte deel moet daarbij het minst centraal liggen, want daar komen de gebruikte potten wel eens terecht, en dat geeft meteen een rommelige indruk. Het werkblad heb ik liefst niet tegen een muur. Ik wil graag overzicht houden.”

Zeker bij haar workshops is het belangrijk dat de deelnemers een bepaalde handeling goed kunnen gadeslaan. Ze heeft ook ramen in de nabijheid. “Héél belangrijk. Ik gruwel van keukens waar er geen sprietje daglicht binnenkomt.” Eten zelf verkiest ze aan een aparte tafel, de opbouw van haar keuken geeft trouwens geen andere optie, ook al is ze heel ruimtelijk.

Potten en pannen hangen en staan dan weer open en bloot. “Het heeft een belangrijk voordeel: je moet ze niet gaan zoeken, en wanneer je je handen maar beperkt vrij hebt, is het gewoon het handigste. Het nadeel is dat ze vlugger onder een laagje stof komen te liggen wanneer de potten en pannen langere tijd niet gebruikt worden.”

KEUKENGODIN

Het fornuis is van Godin en heeft gaspitten en een grillplaat. De vuurtjes zijn evenwel niet zo groot als die van een industriële keuken, want af en toe volstaat een kleiner pitje om pakweg een saus warm te houden. Ook al is ze professioneel bezig met koken, een volledig aangepaste keuken vindt ze daar niet voor nodig. “Een huiselijke sfeer is minstens zo belangrijk. Openheid en gezelligheid horen ook bij het koken, maar het mag niet te industrieel worden. Ook op de laatste nieuwe trends moet je niet altijd springen. Het belangrijkste is je eigen keuken goed te leren kennen en elk detail ervan onder de knie te krijgen. Hou het daarom basic. Dat is nog steeds de beste garantie voor de beste en meest gebruiksvriendelijke resultaten.”

“Onontbeerlijk zijn wel goede kookpotten met een dikke bodem en messen. Die mogen dan wel wat duurder zijn in de aankoop, ze brengen op lange termijn hun geld op, want ze verslijten nauwelijks.”

Zelf verkiest Annick de Oosterse en de vegetarische keuken. Kruiden en groenten krijgen bij haar heel veel aandacht in de bereidingen. “Op vakantie verdiep ik me liever in de gastronomie, dan met een bestseller aan het zwembad te liggen. Ik doe dat ook wel, maar dan enkel met een kookboek.” (lacht)

www.foodloverscompanie.be

Eerdere Artikelen