Verschillende in België gevestigde btw-belastingplichtigen kunnen onder bepaalde voorwaarden samen een btw-eenheid oprichten. Hierdoor worden ze door de btw-administratie als één belastingplichtige beschouwd, hoewel het juridisch over afzonderlijke entiteiten gaat. Dat het oprichten van een btw-eenheid ook een aanzienlijke fiscale besparing kan opleveren, blijkt uit het volgende voorbeeld.
Een passieve holdingvennootschap bezit alle aandelen van een patrimoniumvennootschap en een exploitatievennootschap. De patrimoniumvennootschap verhuurt haar bedrijfsgebouwen aan de exploitatievennootschap. Deze structuur werd opgezet om de onroerende goederen te beschermen tegen het exploitatierisico.
De verhuur van een gebouw is in de regel vrij van btw. De patrimoniumvennootschap zal dus geen btw moeten aanrekenen op de gevraagde huur. Dit betekent echter ook dat de patrimoniumvennootschap als verhuurder de btw op de gemaakte kosten (bouw, renovatie, onderhoud, …) van het gebouw niet in aftrek kan brengen. De structuur dreigt daardoor fiscaal gezien erg duur te worden, aangezien de btw een volledige extra financieringskost uitmaakt voor de patrimoniumvennootschap.
Het oprichten van een btw-eenheid tussen de patrimoniumvennootschap en de exploitatievennootschap kan hier soelaas brengen. Aangezien de vennootschappen dan optreden als één belastingplichtige ten opzichte van de btw-administratie, vallen intragroepsverrichtingen buiten het toepassingsgebied van de btw. Het recht op aftrek van de voorbelasting van de btw-eenheid wordt bijgevolg enkel en alleen bepaald in functie van de handelingen uitgevoerd door leden van de btw-eenheid met derden, niet-leden. Wanneer deze externe handelingen allemaal aan de btw onderworpen zijn of een vrijstelling genieten die de aftrek toelaat, zal de btw-eenheid de betaalde btw op de gedane kosten volledig kunnen aftrekken.
Concreet betekent het oprichten van een btw-eenheid tussen de patrimoniumvennootschap en de exploitatievennootschap dus dat de interne verhuur buiten het toepassingsgebied van de btw zal vallen en dat de btw-eenheid de btw geheven bij de bouw- en onderhoudswerkzaamheden in aftrek zal kunnen brengen. Bovendien wordt de administratieve last aanzienlijk verminderd aangezien de btw-eenheid slechts één aangifte moet indienen in plaats van alle leden afzonderlijk.
Wat zijn nu de voorwaarden om te kunnen toetreden tot een btw-eenheid? Welnu, om samen een btw-eenheid te kunnen vormen moeten de verschillende btw-belastingplichtigen financieel, organisatorisch én economisch nauw met elkaar verbonden zijn. Dit houdt in dat er op het gebied van het aandeelhouderschap, het bestuur en de activiteiten voldoende sterke banden moeten zijn.
Merk wel op dat alle leden hoofdelijk gehouden zijn tot het betalen van de btw-schulden van de eenheid. Dit wil zeggen dat wanneer de exploitatievennootschap bijvoorbeeld in gebreke blijft bij de betaling van de btw, de patrimoniumvennootschap mee aansprakelijk zal zijn om deze schulden te betalen.
Het oprichten van een btw-eenheid kan voor een vennootschappengroep belangrijke voordelen opleveren. Het is echter aan te raden om alles vooraf te becijferen en hierbij zeker rekening te houden met de hoofdelijke aansprakelijkheid van de leden.
Dieter Bossuyt
Expert Tax & Estate Planning
Consulting Services