De aanhoudende en slopende jaren van crisis wegen zwaar in de horeca. De invoering van de geregistreerde kassa zet de sector nog extra onder druk. Davy Coenen van DC Horeca is zeven dagen op zeven druk in de weer met zijn zes horecazaken in Genk. Hij kent het klappen van de zweep intussen; hij weet waar de knelpunten liggen. Maar als gedreven ondernemer kijkt hij ook voortdurend uit naar trends en nieuwe mogelijkheden.
Davy Coenen: “Mensen zijn almaar meer op zoek naar beleving, ook als ze een horecazaak binnen stappen. Daarom moet je vandaag, meer dan ooit, op zoek gaan naar nieuwe dingen. Maar wel opletten: wat in één stad of regio aanslaat, werkt niet noodzakelijk in je eigen zaak. Zo hadden we ons in een van onze restaurants toegespitst op gerechten met lekker bereide hamburgers. Een concept dat zou aanslaan – dáchten we. Maar de klanten bleven maar vragen: ‘heb je dan geen vidéke of een spaghetti?’ We hebben de zaak uiteindelijk moeten omvormen tot een brasserie, met een ruimere kaart.”
Wat maakt het runnen van een horecabedrijf bijzonder?
Davy Coenen: “Je moet ervoor zorgen dat de zaak goed draait. Dat houdt in dat je vele dingen tegelijk in de gaten moet houden: rekening houden met de wensen van de klanten, een vlotte bediening in de zaak, de administratie, een slim en doordachte manier van aankopen. En het personeel vraagt natuurlijk bijzondere aandacht. Dit is een heikel punt in onze sector, omdat de loonlasten veel te hoog liggen. Daar moet dringend iets aan gebeuren.”
Ik wil een horecazaak beginnen. Wat zou u me adviseren?
Davy Coenen: (lacht) “Denk vooraf héél goed na voordat je uiteindelijk beslist. Ik ben nu 37 jaar. Mocht ik in de huidige omstandigheden van start moeten gaan, ik zou twijfelen. Maar toen ik begon was ik 23, en dan vlieg je er zonder al te veel nadenken in. Als je toch de microbe te pakken hebt, en je wil er voor tweehonderd procent voor gaan, zorg dan dat je een financiële buffer hebt. En maak duidelijke keuzes. Wie vandaag in de horeca wil overleven moet ofwel heel groot – ofwel juist heel klein zijn, denk ik. Twee partners, met een minimum aan personeel, een beperkte maar uitgekiende kaart en bijvoorbeeld slechts enkele dagen per week geopend. Dat kan lukken.”